In Nederland meent de regering dat er binnen afzienbare tijd – 5 jaar – geen onbewaakte spoorwegovergang meer in het het Hollandsche landschap aan te treffen moet zijn. Een loffelijk streven, als het plan binnen 10 jaar wordt gerealiseerd geef ik nu al mijn reactie: chapeau! Gelukkig hoeft men in Nederland maar een korte tijd te wachten voor de spoorbomen, in veel gevallen is het wachten binnen één minuut gepiept. De stand van de welvaart in een land is meetbaar en niet alleen maar op basis van het Bruto Nationaal Product! Hoe korter je hoeft te wachten voot de aanstormende trein, hoe hoger de welvaart is. Ga maar na, in België duurt het wachten al wat langer, nog verder zuidelijker beginnen de wachttijden al snel op te lopen. In Hongarije zijn er helaas veel spoorwegovergangen zonder bomen, dit levert nogal eens (levens)gevaarlijke situaties op. In ieder geval is de wachttijd vaak – ver – over de minuut, vaak is het zelfs minuten vervelen geblazen. Oude vervuilende dieseltreinen stampen dan eindelijk voorbij, het Hongaarse railnetwerk is nog niet algemeen geëlectrificeerd. Naar verluidt reden de Hongaarse treinen tijdens de Monarchistische tijd sneller dan anno 2018, nu dus. Ik kan me dit goed voorstellen, vorige zomer bevond ik me in de boemel van de stad Kaposvár naar het Balatonmeer en aan de reis kwam maar geen einde. Het traject van nog geen 40 kilometer werd in één uur en twintig minuten overbrugd. Wilt U de gemiddelde snelheid uitrekenen? Nou, ik niet hoor. Vanwege de verkromming van de rails is het voor de machinisten steeds moeilijker om de locomotief in ’het spoor’ te houden. Het ’Hongarije presteert beter’ van premier Orbán is nog niet helemaal te ontwaren ’op het spoor’, misschien moeten we wachten op de nieuwe Monarchistische tijd. Wanneer komt die dan? Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen.
Binnenkort begint het skiseizoen weer, veel Hollanders maken zich alweer op voor hun eerste ’lange latten’ weekje. Ja, ja, want in maart gaan we nog een keer natuurlijk, op één ski kun je niet staan, hè. Laatst bladerde ik de reclamepagina’s van het weekblad Elsevier door en ik sloeg steil achterover van de wintersportmogelijkheden. Culinair wintersporten, helikopterskiën, grensoverschrijdend skiën, paragliding-skiën op ’Neuschnee’ etc etc. De Hollander is vaak nog calvinistisch ingesteld, Aldi en Lidl zijn razend populair en als er nog een staartje wijn in de fles zit wordt de vacuümtrekker erop gezet. De volgende dag of in het weekend kan het restwijntje nog prima geconsumeerd worden. Ik ken ook geen ander land waar de kaasschaaf wordt gehanteerd, maar dat kan ook aan mij liggen. MAAR, op wintervakantie laat de losgeslagen polderbewoner zijn teugels vieren. Tijdens het verblijf in de bergen worden heel wat eurootjes stukgeslagen in de veel te dure Tiroler restaurants om maar niet te spreken van de geldverbrassingen in de après-skibars. Feigenwodka, Weissbier, laat maar op meterplanken komen, ober! Een rondje kost een vermogen, allee geen probleem, daar overheen krijgen de obers vaak nog een fikse fooi in hun ’Holzhackershirt’ gedeponeerd. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er zich altijd Hollanders in het feestgedruis bevinden die zich de drankjes en hapjes laten aanleunen en dus van een gratis ’party’ kunnen genieten. Ik heb ze altijd van verre herkend, als ik meende aan de beurt te zijn voor het derde rondje deed ik regelmatig een forse bestelling aan de bar. Bij voorkeur met dubbele Feigenwodka’s en het duurste beschikbare speciaalbier. Vervolgens pakte ik ’het slachtoffer’ bij de lurven en introduceerde ik de hevig geschrokken parasiet bij de kastelein met de mededeling dat deze de ’groepspot’ bij zich droeg. Geheid succes!
Hongaren gaan ook skiën, natuurlijk dit hoort bij het bevestigen of het verhogen van de eigen status. Vooral ten opzichte van de arme achterblijvers. Ruwweg is er sprake van twee verschillende groepen wintersporters. De ’nouveau riche’ die met de nieuwste SUV BMW naar Zwitserland of de Dolomieten vertrekt en daar het liefst Cary Grant en Grace Kelly uithangen. Waarschijnlijk hebben ze niet eens van deze twee vervlogen ’celebreties’ gehoord, laat staan dat ze ook maar in de buurt komen van het uitstralen van enige klasse. Typische gevallen van ’would be’s’, ze willen graag behoren tot een klasse/niveau waar ze in de verste verte niet aan kunnen tippen. Patjepeeërs, dat benn’n het m’neer! Skivaardigheden bezitten deze lieden vaak niet, tegen messen en vorken kijkt men wereldvreemd aan en sjieke wijnglazen worden vastgehouden alsof het plastic halve liter melkbekers zijn. ’Money can’t buy You Style’ zullen we maar zeggen.
Hongaren die het zich eigenlijk niet kunnen veroorloven gaan toch vaak skiën en dan het liefst in Oostenrijk of Italië. Vanwege het feit dat de Hongaarse Forint langzaamaan verzwakt ten opzichte van de Euro zijn buitenlandse tripjes een stevige aanslag op het budget. En die halve liter bier in de Salzburger alpen heeft toch een iets ander prijsniveau dan dezelfde hoeveelheid gerstenat in de plaatselijke Hongaarse kroeg. Als het echt niet anders kan blijft de Hongaar in eigen land – er zijn een paar skigebiedjes – of reist naar de Tatrabergen in Slowakije. Maar voor de status is HET grootste moment natuurlijk als de trofee aan de achterblijvers getoond kan worden. De trofee van de slalomwestrijd die de Hongaar in kwestie gewonnen heeft op de laatste ’Skischule’ lesdag? Nee, nee, de Oostenrijkse plastic skipas natuurlijk, HET bewijs van de Hongaar dat hij zich opgewerkt heeft naar een hogere klasse. Of de Hongaar heeft leren skiën tijdens zijn verblijf ’in the mountains’? Skilessen kosten een hoop geld, dat kan maar beter bespaard worden. Regelmatig heb ik Hongaren aan de bovenkant van een kleine skipiste zien staan met de doodsangst in de ogen. Tja, hoe nu naar beneden te skiën zie je ze vertwijfeld denken. Nu ja, niet alleen maar ’denken’, ik heb de prachtigste Hongaarse verwensingen mogen aanhoren, proestend van de lach skiede ik zelf bijna tegen een sneeuwkanon op. Terug in Hongarije worden bij de Hongaarse pálinka van 52% alcohol de sterkste verhalen verteld: eigenlijk voldeed alleen de zwarte piste, de rest van de pistes werden uiteraard met twee vingers in de neus genomen. En ja, weten die achterblijvers veel! Premier Orbán heeft de poestabewoners op de mouw gespeld dat George Soros de grootste vijand van het volk is. Dan geloof je die Ski-verhalen natuurlijk ook onmiddellijk.
Bent U misschien geboren met de ’adelijke’ naam Jan met de Pet, dan is Uw officiële naamsbeschrijving in Hongarije ’met de Pet, Jan’. De steevast Nederlandstalige bezoekers of bewoners van Hongarije kunnen voorgaande natuurlijk bevestigen. Maar er is sprake van meer ’omkeringen’. Een officieel formulier wordt in Nederland/Vlaanderen ingevuld, in Hongarije moet je een formulier ’uitvullen’. Wellicht omdat na dit uitvullen het geld ’uit’ je zak verdwijnt in verband met het betalen van één of andere onbegrijpelijke belasting. Verder staat op de autosnelweg in Hongarije de buitenbaan voor binnenbaan en andersom. Voor de duidelijkheid, de linkerbaan is in Hongarije dus de binnenbaan. Onlogisch? Tja, de Hongaar zegt dat dit de juiste opvatting is, want de binnenbaan ligt toch het dichtst bij de middenberm. Snap U ’m? Bij een eventueel ongeval op de ’Autobahn’ lijkt me dit onderscheid van eminent belang. Indien U immers het ongevalformulier ’verkeerd’ in/uitvult zal het resultaat zijn dat U wordt aangewezen als de schuldige aan het ongeval. Tja, en dan moet U erkennen dat de Hongaarse uitdrukkingen toch logischer zijn: met het ’uitvullen’ van het ongevalformulier wordt het geld ’uit’ Uw zak geklopt. Er zijn nog wel wat meer voorbeelden te bedenken over deze 180 graden gedraaide zegswijzen, maar ik wil U geen nachtmerries bezorgen. Ik kom wel eens Vlamingen en Hollanders tegen die menen dat veel Hongaren ’omgekeerd’ zijn geschakeld aan hun brein. ’Omgekeerd’ hoor ik dit vreemd genoeg wel eens terug van Hongaren. Communicatie in Hongarije gaat gepaard met misverstanden. Dus let op: een ongeluk zit in een klein hoekje. In Hongarije heet een ongeluk een ’baleset’ dat letterlijk ’linker geval’ betekent. Goede raad: altijd maar ’rechts’ blijven rijden op de buitenbaan. Of was het nu binnenbaan?
Maar gelukkig is er altijd hoop die de Amerikaanse dichter Ogden Nash prachtig heeft omschreven:
De liefde is de geduldige architect die misverstand ombouwt tot begrip
Terms & Conditions
Subscribe
Report
My comments