IMG 8351 Facetune 15 11 2019 14 20 57

 
András Csengő is mijn naam, geboren (Utrecht, 17 februari 1963) en getogen in Nederland met Hongaarse ’roots’. Mijn ouders ontvluchtten begin november 1956 hun vaderland dat onder de voet werd gelopen door de oprukkende Sovjet-tanks. De Hongaarse opstand werd bruut in de kiem gesmoord, mijn ouders konden niet meer terugkeren……

Tot eind jaren negentig was ik in Nederland woonachtig, ik ben afgestudeerd in ondernemingsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Commerciële werkervaring heb ik opgedaan bij diverse internationaal opererende bedrijven, waaronder Heineken.

Na de milleniumwisseling heb ik gewoond en gewerkt in Midden- en Oosteuropese landen, waaronder Hongarije. Momenteel leef ik in het land van mijn ’roots’ met mijn gezin. Inmiddels ben ik reeds een tijdje zelfstandig ondernemer en onafhankelijk publicist.

András News Network

Wekelijks vindt U meerdere columns op deze website over tal van onderwerpen. Meestal becommentarieer actuele nieuwsfeiten op het gebied van (internationale) politiek, maatschappelijk relevante gebeurtenissen, sport en wat al niet meer. Op hypocriete uitspraken van politici en andere ’influencers’ mag ik graag reageren.

Mijn stijl is kritisch/satirisch, maar ik probeer altijd te relativeren. Dat lukt me overigens niet altijd……
 

Hongaarse en Hollands/Vlaamse Moppentrommel

Hongaarse en Hollands/Vlaamse Moppentrommel

Hongaren hebben wel degelijk gevoel voor humor. Vooral in de communistische tijd was het raadzaam om fijnzinnige en verborgen grappen te maken over het communistische systeem en zijn leiders. Dat type humor werd namelijk niet begrepen door de toenmalige Hongaarse gedachtenpolitieÁVH genaamd (Állami Védelmi Hatóság ofwel de Hongaarse veiligheidsdienst). Mannetjes in zwart- of bruinleren jassen braken vaak hun hoofd over allerlei ’vreemdsoortige’ cartoons, maar konden er meestal geen chocola van maken.

En Nederlanders? Humor te over, Hans Teeuwen, Theo Maasen, André van Duin, Gordon. Moet ik nog even doorgaan? Ok, Gordon parkeren we even bij Patty Brard, lijkt me ook een prachtig huwelijkskoppel. En VlamingenHerman Brusselmans, Philippe Geubels, Urbanus (van Anus), Goedele Liekens. De laatste voor de broodnodige seksuele humor natuurlijk. Over Walen (reserve-Fransen) hebben we het maar even niet en over Duitsers al helemaal niet.

Dan de beloofde grappen. Beide hebben eigenlijk al een lange baard, maar met mijn commentaar erbij misschien toch interessant om te lezen. De eerste is er ééntje die Hongaren graag vertellen aan Nederlanders/Vlaningen. Regelmatig maak ik mee dat een Hongaar in mijn bijzijn zijn al dan niet zakelijke partner de volgende smakelijke dijenkletser wil voordragen. Mijn advies luidt altijd: niet doen, want deze grap valt door mijn ’jááárenlange’ ervaring niet altijd in goede (polder)aarde. Zelfspot hebben Nederlanders in de regel wel, maar deze ’joke’ zorgt vaak voor ’boerenkiespijnlachjes’.

Vooruit, daar gaat ie. Met een satanische ondertoon vraagt de Hongaar in kwestie aan Pieter Jansen – of Baudewijn de Smedt – – of hij toevallig weet hoe de Nederlandse taal is ontstaan. Nee? Welnu, de taal verspreidde zich in de Lage Landen vanaf het moment dat een dronken Engelse matroos probeerde Duits te spreken. Na het uitspreken van deze zin wacht de Hongaar op een lachsalvo van ’den Hollander’ – of ’den Vlamingh’- dat uiteraard uitblijft. Ten eerste is de boodschap van de mop dat de Nederlandse taal een ratjetoe is van andere talen. Dat is nog tot daaraan toe maar dat de Duitse Sprache hier bij wordt gesleept is vaak toch een beetje teveel voor de tere kaaskopziel. Van Duitse ressentimenten is in Nederland al lang geen sprake meer, met het verscheiden van Jules Deelder is dat hoofdstuk wel afgesloten. Maar nooit helemaal natuurlijk, want hoeveel voetballiefhebbers zijn er nog die besmuikt moesten lachen toen die Mannschaft in een vroeg stadium werd uitgeschakeld tijdens het WK voetbal van 2018 in Rusland? Nou, ik in ieder geval wel….

(Noot: gek genoeg wordt voorgaande grap minder vaak aan Vlamingen voorgedragen. Hoe zou dat komen? Ten eerste menen veel Hongaren dat Vlamingen Vlaams – Flamand – spreken en dat is eigenlijk zo gek nog niet. Bij de zuiderburen klinkt het taaltje toch zachter. Hongaren menen dat Hollanders een nogal ’rochelend’ taalgebruik hebben. Krákogás in het Hongaars. Ja, daar zit wel wat in. Althans boven de grote rivieren…..)

Mocht U de Hongaar die deze ’verkeerde’ grap meende te moeten delen een koekje van eigen deeg geven, dan heb ik nog wel een tip……..Een Hongaarse minister bezoekt een kleine gemeente van 1500 zielen ergen in het noordoosten van Hongarije. Hij vraagt aan de burgervader welke de twee grootste problemen zijn in zijn woongemeenschap. Welnu zegt de dikbuikige en besnorde burgemeester, ten eerste is er sinds tijden geen huisarts meer in ons dorp te vinden. De laatste is in 2015 met de noorderzon vertrokken zonder dat er een vervanger is aangesteld. En dat is met al die ziekelijke bejaarde dorpsbewoners een serieus probleem. ’Right’ reageert de minister op populistische toon, ’dat gaan we regelen’, let maar op. Gewichtig kijkend belt hij met het Hongaarse gezondheidsministerie. De aanwezige dorpsbewoners horen de minister driftige oekazes geven aan een medewerker van het departement. ’Begrepen Sanyi? Volgende week maandag dient om 8 uur ’s morgens de nieuwe huisarts zich te melden in zijn nieuwe standplaats. Nee, nee, ik duld geen tegenspraak’.

’Zo, da’s geregeld’ meldt de minister met een grote zucht. Wat is het tweede grote probleem meneer de burgemeester? Wel, meldt de ’buikige snor’ met een grimlach, we hebben in ons dorp nog steeds geen mobiel bereik, onze – overigens tweede hands – smartphones kunnen we hier niet gebruiken. Gemeen grapje, hè? Helaas is dit in ieder geval voor wat betreft de (niet) aanwezigheid van huisartsen op het Hongaarse platteland de harde waarheid. Veel medici zijn in de loop der jaren richting West-Europa vertrokken, om in de meeste gevallen nooit meer terug te keren.

De ’braindrain’ is niet alleen een probleem in Hongarije, hetzelfde geldt voor Polen, Roemenië en andere ’ex-oostbloklanden’. Voordelig voor landen als Nederland waar huisartsen ook al niet bij bosjes te vinden zijn. Het zijn de onaangename kanten van het principe van vrij verkeer van personen in de Europese Unie. Maar het is maar net van welke – geografische – kant je het bekijkt….

God geneest en de dokter strijkt het honorarium op (Bejamin Franklin, Amerikaans staatsman, 1706 – 1790)

Geschreven door : András Csengő

1000 Characters left