Duitsland op EK: ’das Glück des Tüchtigen’

Duitsland op EK: ’das Glück des Tüchtigen’

Voor de Denen waren de kersen wel erg zuur na de nederlaag tegen Duitsland, ik vrees dat ik nu helemaal geen Deen meer zal tegenkomen die bereid is om zich in de Duitse taal uit te drukken. Privé en zakelijk heb ik de laatste decennia nogal wat Denen ontmoet, voertaal was in bijna alle gevallen de Engelse. Heel af en toe bleek een Deen(se) ook de Nederlandse taal machtig, dat maakte de communicatie nog eenvoudiger. Daarbij komt nog dat Denen - gemiddeld genomen - een soortgelijke mentaliteit hebben als Nederlanders. Open, direct en humorvol zijn veelal gezamenlijke eigenschappen die soms zelfs uitmonden in een liefdesrelatie én een huwelijk. Wie kent de bekende ex Ajaxvoetballer Søren Lerby niet die in het huwelijksbootje stapte met onze Willeke Alberti. En er ook weer uitstapte overigens…..

Zijn er dan helemaal geen essentiële verschillen tussen Denen en Nederlanders? Zeker wel, zo stroomt er gemiddeld meer Vikingen- en Noormannenbloed door Deense aderen (behalve als het  Friese Nederlanders betreft natuurlijk. Of gewoon Friezen, zo U wilt…). En o ja, veel Denen weigeren in de Duitse taal te communiceren, dit terwijl vele van hen deze taal wel machtig zijn. Van een dergelijke halsstarrige houding is bij ons in de polder iets minder sprake. Sterker nog, er zijn polderbewoners die tegenwoordig hartstochtelijk fan zijn van Bayern München, dat was in 1974 toch ietsjes anders. Ik kan me nog herinneren dat tijdens de finaledag van het WK in 1974 mijn ouders mij ophaalden van een vakantiekamp. Omdat we niet tijdig zouden kunnen terugkeren besloot mijn vader ergens in Noord-Limburg de gezinsauto te parkeren naast een dorpskroeg. Aldaar keek ik met de cafébezoekers de finale die zo’n treurig einde kende. Na het laatste fluitsignaal bezocht ik het pissoir waar ik een Limburger het volgende hoorde uitroepen tegen zijn mede urinerende buurman: ’als ik strak een mof zie sla ik hem op zijn smoel’.

De (sportieve) vijandigheden jegens de Duitsers liggen goeddeels achter ons, maar na de achtste finalewedstrijd op het EK tussen Denemarken en Duitsland voelde ik toch weer een sprankje ressentiment opborrelen. In de tweede helft werd een mooie Deense aanval bekroond met een treffer die minutenlang werd bestudeerd door de VAR. Verdediger Joachim Andersen had net met zijn ene teentje buitenspel gestaan, waarna de scheidsrechter het doelpunt afkeurde. Vlak hierna raakte dezelde Andersen de bal in zijn eigen strafschopgebied per ongeluk met zijn vingertoppen aan. Resultaat (na wederom een VAR-beoordeling): penalty. Jammerlijk, maar volgens de spelregels had de arbiter geen keuze. Aanvaller Karl Havertz schoot deze er onberispelijk in, nadat hij tijdens zijn aanloop eerst bijna tot stilstand was gekomen. In het verleden was een vloeiende aanloop verplicht, wat mij betreft wordt die spelregel trouwens zo snel mogelijk geherintroduceerd.

De Deense bondscoach Kasper Hjulmand was op zijn zachtst gezegd not amused door de arbitrale beslissingen, maar dat was hij voor het afgekeurde Deense doelpunt al niet. Hij kreeg vanwege commentaar op de leiding een gele kaart, maar zijn boosheid kon ik mij alleszins voorstellen. De Engelse scheidsrechter Michael Oliver bakte er namelijk niks van, bij twijfelgevallen floot hij meestal in het voordeel van de Duitsers of hij floot voor een Deense overtreding terwijl daar helemaal geen sprake van was. Zelfs de NOS-commentator van dienst merkte dit ’thuisfluiterige’ gedrag op.

Tja, is het dan gek dat er dan een Duits vlokje ressentiment bij me begint te knagen? Stelt U eens voor dat het Nederlands elftal er op deze manier tegen Duitsland was uitgeknikkerd op het EK? Ik weet zeker dat er in veel Nederlandse huiskamers, pleinen en kroegen dan ’kernachtige opmerkingen’ zouden zijn gemaakt over onze oosterburen. Wanneer we overigens tegen Duitsland spelen? Pas in de finale, want wij zitten aan de andere kant van het schema. Wat zegt U, ik ben veel te optimistisch? OK, U heeft gelijk, die Duitsers halen de finale natuurlijk nooit! Wij wel, als we maar ’tüchtig Fussball spielen’

Dus? 'Kein geloel, Fussball spielen'. Strofe van Ernst Happel (1925 - 1999), voormalig bondscoach van het Nederlands elftal

Geschreven door : András Csengő

1000 Characters left