25e Amsterdamse Pride: over pinkwashing en wit heteropubliek

25e Amsterdamse Pride: over pinkwashing en wit heteropubliek

Het was weer een grote party in Amsterdam, voor de 25e keer werd de ’canalparade’ gehouden, burgemeester Femke Halsema danste in haar rode jurk vrolijk mee op de ’gemeenteboot’. Naast de gemeente Amsterdam was ook de Rijksoverheid aanwezig met een eigen schuitje, maar ook de politie en het ministerie van defensie gaven acte de présence. Met aan boord de commandant der Nederlandse strijdkrachten, Onno Eichelsheim. Het vlaggenschip was evenwel een andere, namelijk die van LGBT Asylum Support met aan boord 40 asielzoekers. Deze laatste omschrijving is niet helemaal juist, want de boot werd ook bevolkt door asielzoekers wier aanvraag inmiddels is afgewezen. Als Frontex (het EU-agentschap dat lidstaten helpt met het beveiligen van de EU-buitengrenzen) ook met een vaartuig had ronddedobberd in de grachten had het meteen tot actie kunnen overgaan. Welke? Wel, de ’asielboot’ op sleeptouw nemen en naar open zee brengen, ver buiten de terrioriale wateren van het Nederlandse Koninkrijk. Het schijnt dat Frontex hierin goed bedreven is in bijvoorbeeld de Italiaanse en Griekse kustwateren….

Verrek, wil ik juist berichten over het prachtige LHBTI-festijn - sorry voor het niet plaatsen van die andere afkortingen….. - in ’de vrije Nederlandse hoofdstad’, begin ik meteen al cynisch te worden! Pride-woordvoerder Martijn Albers vond het ’een bijzondere, mooie en sfeervolle editie, eigenlijk een Pride volgens het boekje.’ Waarvan akte, maar Nederland zou Nederland niet zijn als er geen kritiek wordt geleverd. Ook dit was weer vaste prik bij deze 25e editie.

Ten eerste is er de kritiek op de straat-en pleinfeesten, deze zouden te massaal en te ’feestelijk’ zijn. ’Veel van de feesten worden meer en meer bezocht door een ’wit heteropubliek’, dat is niet de bedoeling van de straatfeesten is de veelgehoorde klacht. Deze reactie heb ik 10 keer over gelezen, de elfde poging mislukte, omdat het me begon te duizelen. Veel wit heteropubliek? So what, daardoor wordt het evenement toch nog ’inclusiever’ zou ik zeggen (om maar eens een modewoord te gebruiken dat continu rondzingt bij de club van Sylvana Simons en andere progressieve ’organisaties’). Nee, nee, ik zie dat verkeerd, want die witte hereromensen zijn niet geïnteresseerd in de ’boodschap’ van het evenement en willen alleen maar uit hun dak. Nogmaals, so what? ’Feesten’ die leden van de LHBTI-gemeenschap dan niet gedurende hun rondvaart op de Amsterdamse grachten? Als er tijdens die pleinfeesten vanaf het podium op enige wijze aandacht wordt gegeven aan LHBTI-kwesties is het ultieme doel bijna bereikt zou ik zeggen. Zelfs wit conservatief volk wordt direct geconfronteerd met LHBTI-issues, wat willen we nog meer?  

Tja, en dan het fenomeen ’pinkwashing’. Veelal ondernemingen zouden zich hieraan schuldig maken. Het ’commercieel’ sympathiseren met de LHBTI-gemeenschap kan geld in het laatje opleveren voor bedrijven, maar met ’pinkwashing’ doen de bedrijven ’alsof’. Er wordt slechts lippendienst bewezen aan seksuele diversiteit met behulp van (bijvoorbeeld) het plaatsen van een regenboogvlag op de verpakking. Het chocolademerk Tony's Chocolonely ’flikte’ dit door op een populair zoetigheidje het befaamde vlaggetje te plaatsen. Maar de chocoladefirma ondersteunde geen enkel LHBTI-gerelateerd doel. Foei, een misselijke vorm van pinkwashing dus.

In 2018 deelde de textielketen Zeeman tijdens de Pride gratis T-shirts uit in regenboogkleuren, onderwijl regenboostassen aanprijzend die voor een ’leuk prijsje’ te koop waren in de winkels van deze goedkope onderbroek- en slipjesaanbieder. Foei, wederom een laakbare vorm van pinkwashing natuurlijk. Mag ik enige vraagtekens plaatsen bij deze mening die tevens gedeeld wordt door COC-woordvoerder Tijsma? Hij meent dat op deze praktijken gereageerd moet worden door middel van ’naming and shaming’.

Wat is dit nu voor fatsoensrakkerij? Als commercieel bedrijf mag je toch gebruik maken van de ’populariteit’ van LHBTI’ers. In welke wet staat aangegeven dat zulks verboden is? Door regenboogvlaggetjes aan te brengen op theekopjes, overhemden, tassen, stropdassen, condooms, en wat mij betreft ook slipjes geef je als onderneming a priori toch al aan dat je staat voor seksuele diversiteit? Als de verkoop stijgt is dat alleen maar meegenomen, bedrijven bestaan toch niet om in eerste instantie filantropisch werk te verrichten? Kom op zeg, waar gaat dit over? Als een directie besluit om hiernaast ook nog LHBTI-projecten te ondersteunen is er nog applaus op zijn plaats ook. (wat de verkopen wellicht nog verder opstuwt…..).

Wanneer is er dan wel sprake van pinkwashing? Wel, als een bedrijf ’het goede en het kwade’ tegelijkertijd doet. Het Amerikaanse telecombedrijf AT&T is wat dit betreft een markant voorbeeld. Het ondersteunt de jaarlijkse Pride month in de Verenigde Staten én geeft financiële support aan Amerikaanse politici die voor het inperken zijn van rechten van de LHBTI-gemeenschap. Dit is de reinste vorm van volksverlakkerij en dient inderdaad ’genamed en geshamed’ te worden.

Voor de rest zou ik een beetje terughoudendheid adviseren. Dus, beste ’supporters’ van de LHBTI-gemeenschappen all over the world: ’doe ’ns effe normaal’!

Geschreven door : András Csengő

1000 Characters left