Journalisten zetten met Twittergedrag hun objectiviteit op het spel? WAT EEN FLAUWEKUL!

Journalisten zetten met Twittergedrag hun objectiviteit op het spel? WAT EEN FLAUWEKUL!

Bovenstaande mening is (NRC)-journaliste Hanneke Chin-A-Fo toegedaan, in een opinie-artikel in de NRC van 22 april zet ze haar mening uiteen. Chin-A-Fo meent dat journalisten immer objectiviteit moeten nastreven. O ja? Waarom bestaan er dan opiniepagina’s in kranten en op nieuwsportalen die veelal worden gevuld door diezelfde journalisten? Hiernaast vind ik het bijzonder geestig dat Chin-A-Fo een pleitbezorgster is van ’objectieve journalistiek’ maar wel haar mening verkondigt op een opiniepagina van een kwaliteitskrant. Tegenstrijdiger kan bijna niet…..

Het hele artikel ademt de geest van ouderwetse journalistiek die op termijn ten dode is opgeschreven. Ten eerste bestaan er natuurlijk geen objectieve journalisten, elk gekozen woord geeft een bepaalde denkrichting aan, of U het nu leuk vindt of niet mevrouw Chin-A-Fo. Professor Roel in ’t Veld - tevens oud-staatssecretaris - verwoordde zijn mening over journalistiek in 2021  op treffende en leerzame wijze (in nota bene Uw kwaliteitskrant mevrouw Chin-A-Fo…..). In ’t Veld signaleert patronen ’waarin media, net als de politiek en wetenschap, gevangen zitten. Daardoor worden ze een gevaar voor de democratie - en voor zichzelf.’ Hij formuleert in het artikel nog scherper: ’politiek en media zitten bij elkaar op schoot’. De bejaarde prof ziet ’een onvermogen van media om door de kliekvorming in politiek en bestuur heen te breken.’

Tja, dat zijn nogal zware conclusie die het journaille te denken zou moeten geven. Maar hij schopt niet alleen tegen heilige ’krantenhuisjes’ aan, maar doet ook aanbevelingen aan alle pennelikkers. Ten eerste dienen journalisten uit hun ivoren toren af te dalen, hij formuleert dit op de volgende wijze: ’probeer als media meer hoopvolle ontwikkelingen buiten Den Haag bloot te leggen. Daar vind je experimenten met participatieve democratie die mooie democratische ervaringen voor burgers hebben opgeleverd

Maar zijn meest belangwekkende advies is toch wel de volgende: ’misschien moeten journalisten die getraind zijn in het checken van feiten en het halen van hoor en wederhoor, veel actiever worden binnen social media. Dat zou deze media die geen redactie hebben, van binnenuit kunnen verbeteren.’ Kijk, hier slaat In ’t Veld de spijker op z’n kop en waarom? Steeds minder burgers lezen reguliere kranten of bezoeken nieuwsportalen van enigszins serieus niveau, in plaats daarvan worden instagram, Facebook, Twitter etc wel geraadpleegd. Niet alleen om allerlei nieuwsvullis en complottheorieën te consumeren, maar ook om lekker af te reageren. Iedereen kan zijn/haar ei tegenwoordig kwijt op allerhande digitale platforms en op zichzelf vind ik dit een goede zaak.

Minder wordt het als genoemde platforms voor een groot deel gevuld worden met weerzinwekkende nonsens. Ik moet constateren dat deze ontwikkeling zich verder en verder doorzet, met als resultaat dat de nieuwsconsument allesbehalve op een ’objectieve’ manier wordt geïnformeerd. Het niveau van nieuwsvoorziening en de discussie op de platforms kan naar een hoger niveau getild worden als journalisten daadwerkelijk artikelen zouden plaatsen op Facebook, Twitter etc (of links ervan) én actief zouden meedoen aan de discussies die daar plaats vinden.

Ik maak mij hierover overigens weinig illusies. Ik heb de stellige indruk dat journalisten  zich - in hun ogen dan - niet willen ’verlagen’ om zich digitaal onder het het volk te mengen. René Moerland - hoofdredacteur NRC - is bij uitstek een vertegenwoordiger van de ’old school’ getuige zijn volgende opmerking: ’soms spreek ik redacteuren die zelf vinden dat ze te veel tijd aan sociale media besteden. Zij voelen zich verplicht om mee te doen. Tegen hen zeg ik: twitter vooral minder.’ Het is wat mij betreft PRECIES de verkeerde boodschap die Moerland meegeeft aan zijn journalisten. Of is hij wellicht bang dat zijn kwaliteitskrant op enige mate in diskrediet wordt gebracht? Waardoor er (wederom) lezers afhaken en NRC uiteindelijk als marginaal krantje eindigt. Ik denk - eerlijk gezegd - dit laatste en dat is een trieste constatering voor de ’onafhankelijke journalistiek’

Juist die ’Onafhankelijke journalistiek’ is een groot goed dat een democratische samenleving koste wat kost dient te beschermen. Da’s wat anders dan objectieve journalistiek en overigens is daarmee iets anders aan de hand: die bestaat namelijk niet…….

Of meent U, mevrouw Chin-A-Fo dat er niet zoveel verschil bestaat in de berichtgeving van de Telegraaf en De Volkskrant rond de #MeToo-affaire die Sigrid Kaag in ernstige verlegenheid heeft gebracht? Of over hoe de Telegraaf en NRC over milieuminister Rob Jetten berichten. Over objectieve journalistiek gesproken……..

Met democratische sportgroet,

András Csengő