Het leukste aan Peter R. de Vries: hij hoefde helemaal niet aardig gevonden te worden

Het leukste aan Peter R. de Vries: hij hoefde helemaal niet aardig gevonden te worden

De diverse media buitelden over elkaar heen in superlatieven omtrent de prestaties van de overhoop geknalde misdaadverslaggever Peter R. de Vries. De ’meesterspeurder’ overleefde de schaamteloze moordaanslag niet, de vijf afgevuurde kogels werden hem fataal.

Nu ben ik geen grote fan van demissionair minister Ferd Grapperhaus, maar zijn typering van de Vries vond ik compact en treffend: ’compromisloos, onverschrokken, vasthoudend en medemenselijk’. Tja, beter had ik het niet kunnen bedenken. Grapperhaus’ tekstschrijver (of schrijfster) verdient een pluim op de hoed, want ik kan me niet voorstellen dat de breedsprakige Grapperhaus in staat is een dergelijk kernachtige omschrijving uit zijn eigen brein te laten ontspruiten.

Peter R. de Vries was een unieke, ferme kerel die zich door niets en niemand de kaas van het brood liet eten. Goed formulerend en duidelijk articulerend legde hij de TV-kijker uit welke verdachte terecht of onterecht als zodanig werd aangewezen door het Openbaar Ministerie. Om vervolgens de dader op meeslepende wijze te ontmaskeren. Die beeldbuiskijker kon er niet genoeg van krijgen, met of zonder snor hingen miljoenen landgenoten aan zijn lippen. Die hij vaak op elkaar perste om zijn statements mog meer cachet te geven. Een (glim)lach kon er meestal niet af, daarvoor nam de Vries zijn werk veel te serieus.

Voor grappen en grollen moest je niet bij Peter zijn, wel voor smaakmakende televisie. Althans voor een groot deel van de Nederlandse bevolking. Het straproces van de ’neus’ Willem Holleeder kreeg geweldig veel aandacht, terwijl dit sujet toch echt niet meer was dan een ordinair lid van de Amsterdamse penose. De Vries was bij dit proces natuurlijk ook van de partij en wist bijna meer aandacht op zichzelf te vestigen dan die hele misselijk makende familie van Holleeder bij elkaar.

Ik weet niet of de Vries een groot relativeringsvermogen had, op de TV kwam dit er in ieder geval niet echt uit. In plaats daarvan was hij wel authentiek en eigenlijk vond ik dat zijn meest positieve eigenschap. Op het beeldscherm speelt bijna iedereen een bepaald rolletje om op deze manier in het gevlei te komen bij de bankligger met een pilsje en een zak chips naast zich. Er zijn maar weinig lieden die deze authenticiteit met Peter delen, de enigen die ik zo ’top of mind’ heb zijn Maarten van Rossem, wijlen Herman BroodAndré van Duin, Johan Derksen en Hanneke Groenteman. En Arie Boomsma misschien (nadat hij professionele psychische hulp heeft gezocht……)

Kapsones had de Vries niet, wel was hij mediageil, want zoals hijzelf omschreef: ’beeld zegt meer dan duizend woorden’. Uiteraard waren zijn mediaoptredens (tevens) een verdienmodel, maar op zichzelf is daar niks mis mee. Hij kreeg zelfs betaald voor optredens bij De Wereld Draait Door, maar daar schaamde hij zich niet voor. Hij had immers altijd wel iets opzienbarends te melden en dat kun je van de meeste ’BN-ers’ niet zeggen. Sterker nog, de meeste zijn oervervelend en zo voorspelbaar als het aanvangstijdstip van het NOS 8-uurjournaal……

Zelfs bij Matthijs van Nieuwkerk hield de meesterspeurder zich niet gedeisd. Toen de langharige presentator in een uitzending maar heel kort Peter’s laatste boek behandelde werd hij stevig van repliek gediend. ’Dat was niet de afspraak’ sprak de Vries afgemeten, hij had met de programmaredacteur heel andere afspraken gemaakt. Van Nieuwkerk reageerde bijzonder kinderachtig en probeerde van de weeromstuit de Vries in de hoek te zetten. Wat jammerlijk mislukte…… (zie: https://www.youtube.com/watch?v=bZ4kl3Am-LA&ab_channel=OpmerkelijkeGebeurtenissen )

De Vries’ politieke aspiraties waren jarenlang bekend, toch durfde hij het op het moment suprême niet aan. Betreurenswaardig, ik had de Vries graag in de Tweede Kamer zien schitteren. In plaats hiervan moesten we ons tevreden stellen met de enkele malen dat hij politieke charlatans de maat nam. Bijvoorbeeld die verschrikkelijke PVV’er Hero Brinkman die maar niet kon uitleggen waarom Geert Wilders de term ’kopvoddentaks’ had geïntroduceerd. De Vries maakte gehakt van deze ultieme non-valeur, hij was één van de weinigen die publiekelijk de vloer durfde aan te vegen met die infoute PVV’ers. Wat dit betreft heeft de Vries zijn steentje bijgedragen aan de instandhouding van de democratie in Nederland.(noot: vergelijk dat met een recente Op1-uitzending waarin die hork van een Wybren van Haga ongestraft zijn baarlijke Coronanonsens mocht verkondigen. Peter had wel raad geweten met deze parasiet….)

Wat ik tenslotte nooit heb begrepen is de vriendschap die de Vries onderhield met Heineken-ontvoerder Cor van Hout. Sorry, eigenlijk zeg ik het verkeerd. Dat de Vries vriendschappelijk met van Hout omging was zijn eigen vrije keuze, maar ik snap nog steeds niet dat hij hieraan ruchtbaarheid heeft gegeven. In een rouwadvertentie (Telegraaf) verwoordde hij zijn genegenheid tot van Hout als volgt: ‘Misdaad bracht ons samen, misdaad trok ons uit elkaar. Ik zal onze vriendschap nooit vergeten, Cor. Ik zal je ontzettend missen.’ Prima Peter, maar had je dat beter niet voor jezelf kunnen houden? Of alleen te melden in besloten kring? Dat was toch niet meer dan logisch geweest voor de man die zijn leven lang in de bres sprong voor slachtoffers van misdrijven?

In de Vries’ levenspatroon en (levens)werk is voorgaande toch een dissonantie? Maar wellicht zie ik het wel verkeerd, in ieder geval blijft voor mij het mysterie Peter R. de Vries bestaan. Ik geloof niet dat er ook maar één mens is dat dit mysterie kan oplossen en dat is eigenlijk ook prima zo….

Misschien is de volgende kenschets die op verschillende plekken in de media opdook wel het meeste van toepassing op de Vries:

’Peter was een pitbull met een klein hartje’