Hemelse Zegening

Hemelse Zegening

Omdat het Hongaarse klimaat mij nog vreemd is, heeft de regen in Boedapest mij al een aantal keren flink te grazen genomen. Ook bij stralend weer kan de hemel onverwacht openbarsten en als er dan geen metrostation in de buurt is wordt het rennen naar de eerste de beste beschermende boom. Daar zijn er gelukkig genoeg van in deze groene stad. Onder het dichte bladerdek wachten we dan maar gelaten af.

Bij korte buien zijn deze natuurlijke paraplu’s afdoende maar duurt het langer dan is het voor de mannen, ook als zij zelf kletsnat worden, een onverdeeld genoegen om te blijven staan onder de uitverkoren boom zolang de schuilende vrouwen maar niet wegvluchten.

De elegante, maar vanwege het landklimaat, schaars geklede Hongaarse vrouw kan nu niet langer haar onderliggende kledinggeheimen verbloemen.

De oude boom wil niet langer beschermen tegen de alsmaar neerkomende regen; zijn steeds zwaarder wordende takken buigen zich nu begerig naar beneden en druppen de dunne stof van de vrouwen steeds verder bloot tot op de huid.

Wanhopig wegrennen naar een veiliger plek heeft geen zin meer.

Zsuzsanna maakt zich meer zorgen om twee jongetjes die ernstig staan te koukleumen in hun dunne T-shirtjes. Zij komen met hun fietsjes van ver buiten de stad en als de bui over is gaan die wel mee naar ons huis voor droge kleding.

Het metrostation is bij uitstek het beste adres tegen een hoosbui. Bij het kleine station van de gele metrolijn onder het Heldenplein ontstaat  een unieke verbroedering tussen mensen die onder droge omstandigheden geen woord met elkaar zouden wisselen. De schuilers worden aardig voor elkaar en er ontstaat een spraakwaterval van verschillende talen. Jong en oud, bekende of vreemdeling, Boedapest wordt één familie.

Mensen troosten elkaar, lachen en maken een ieder deelgenoot van besognes.

De donkere Franse krullebol deelt in het Duits zijn enthousiasme over Ferenc Liszt. Één van de vele mooie Hongaarse meisjes blijkt de kordate gids te zijn van de uitbundige jongens die een vrijgezellenfeest vieren. Een Amerikaanse oudere man praat voluit over een try-out van zijn koor, waar hij nu niet meer bij kan zijn. Maar dit onverwachte oponthoud bevalt hem ook. Een Japans echtpaar wil wel snel verder en zoekt een alternatieve route onder de grond naar hun hotel en vragen om advies. Dan moeten ze wel weer even bovengronds naar de andere kant. Dit zullen ze de volgende keer niet meer doen. Ze staan een minuut later met hun laarsjes vol water op het andere perron beteuterd te kijken naar nog droge volksdansers die wat met elkaar oefenen.

Dan komt een slimme man, die zijn nationaliteit niet bekend wenst te maken, met  paraplu’s de metro in. Hij wordt niet direct bestormd maar verkoopt er twee. Één aan ons.

Dit heeft nu weinig zin meer als blijkt dat de aardige Fransman, met de andere paraplu, weer snel terug komt. Niets helpt meer tegen de plensbui boven ons.

Zo ontstaat er solidariteit in deze schuilkelder die er elders aan de grenzen van het land niet meer mag zijn. Zou één zo’n bui op onze regeringsleiders niet tot dezelfde uitwerking kunnen leiden?

Als het regenen net zo plotseling weer ophoudt als het begonnen is wordt er even snel gezwaaid en duikt een ieder weer onder in het anonieme stadsrumoer.

Bijna niets is na een warme nacht overigens troostrijker dan gewekt te worden door het zachte geluid van kaarsrecht vallende regendruppels.

In Hongarije hebben zij een naam voor deze vaak voorkomende regen,  Égi áldás, ofwel hemelse zegening

Ook de Hongaarse buien zijn mijn vrienden geworden.