Omnivoor Orbán heeft zijn tanden weer laten zien. Al jaren houdt hij in het begin van het jaar een zogenaamde ’jaarevaluatie’ voor een gezelschap genodigden die immer rechtstreeks wordt uitgezonden. Zijn meest opmerkelijke uitspraak van afgelopen zondag: ‘de eendrachtige’ samenwerking van de oppositie – bruinhemden zij aan zij met roodhemden – is in wezen de politieke pornografie ten voeten uit. Om zijn statement te onderstrepen haalt Orbán er een oude militaire anekdote bij: ’soldaat meldt aan zijn kapitein dat er in de verte soldaten naderen. Vraag van de kapitein: zijn het vrienden of vijanden? Soldaat: het kunnen vrienden zijn, want ze bewegen in gezamenlijkheid’. Einde citaat.
Als klap op de vuurpijl geeft de kleine hopman Gergely Karácsony, kandidaat burgemeester voor Boedapest nog een draai om de oren. Karácsony heeft als premierskandidaat bij de vorig jaar gehouden parlementsverkiezingen al flink op zijn broek gekregen en zijn kansen om in het najaar burgemeester te worden zijn kleiner dan de kans dat Feyenoord dit jaar kampioen van Nederland wordt. En zelfs die ’astronomisch’ kleine kans heeft deze politicus nu door eigen toedoen geneutraliseerd. De zender Hír TV gaf afgelopen week een podium aan Karácsony – Kerstmis in het Nederlands – om zijn visie over de stad Boedapest tentoon te spreiden. Hír TV is inmiddels in handen van een ’regeringsvriendelijke’ mediamagnaat, dus dat beloofde weinig goeds……..Voor de volledigheid: tot de verkiezingen april 2018 was Hír TV in handen van Lajos Simicska – de grote tegenstrever van Orbán – en grote sponsor van de Jobbik bruinhemdenpartij. Het virulente antisemitisme van deze volstrekt foute partij werd in de Simicskatijd nooit belicht. Natuurlijk niet, maar dit terzijde.
Gergely maakte een historische fout door op de mogelijkheid van zendtijd in te gaan. De appetijtelijke dame van de nieuwsdienst van Hír TV dacht echter, als Orbán zijn tanden regelmatig laat zien, dan kan – of moet – ik dat uiteraard ook. De glimlachende interviewster bleek een mond als een scheermes te hebben. De arme burgemeesterskandidaat had geen schijn van kans, werd voortdurend onderbroken en liet zich uiteindelijk in de fatale val lokken. ’Hoe het mogelijk is dat traditionele linkse partijen als die van Karácsony het in hun hoofd halen om met een antisemitische partij als Jobbik samen te werken’ en meer vragen in deze trant werden naar het hoofd van de bebrilde oppositiepoliticus geslingerd. In het spervuur van vragen ging het uiteindelijk mis: Karácsony meende dat een bepaalde uitspraak van Jobbikparlementariër Márton Gyöngyösi niet als antisemitisch te kwalificeren was en is.
Om welke uitspraak ging het? In 2012 riep de bruinhemdenpoliticus Gyöngyösi de regering in het parlement op tot het volgende: ’de regering dient te onderzoeken bij welke er in Hongarije levende Joden er een vermoeden bestaat dat zij een gevaar betekenen voor de Hongaarse staatsveiligheid. Dit geldt in het bijzonder voor Hongaarse parlementariërs en regeringsfunctionarissen’. Deze uitspraak werd natuurlijk onmiddellijk van de plank gehaald nadat de complete oppositie besloten had om samen te werken teneinde te komen tot één gezamenlijke kandidaat voor de positie van Burgemeester van Boedapest. Karácsony heeft in deze kwestie twee kardinale fouten begaan: 1. hij had nooit een interview moeten geven aan de zich weer op de kaart zettende Hír TV. 2. toch verschijnen had een betere voorbereiding gevergd en een veel slimmere reactie op het Stalinorgel van verwijten. De arme burgemeesterskandidaat liet zich in de hoek zetten door een pinnige schooljuffrouw die hem in de hoek nog een paar slagen met de liniaal toedeelde ook. Wat een armoe…..
Nu, deze kans voor open doel liet hopman Orbán niet aan zich voorbij gaan. ’Karácsony moest zich schamen’ zo sprak hij zijn afschuw uit in zijn jaarevaluatie. ’De oppositieleden achten zichzelf van top tot teen beschaafde mensen’ debiteerde Orbán verder, ’ja, tot in hun tenen, maar op de weg naar boven niet meer’ besloot hij zijn relaas. Conclusie: sterke spindoctoring, alle mogelijkheden uitgenut! De vraag is of deze reactie van de Hongaarse premier beschaafd te noemen is. Ik zou zeggen, het is hard, maar de politiek is niet bedacht voor slapzakken. En in dit geval is Karácsony wel degelijk een politieke slapzak, want ook ik vind dat er ten aanzien van discriminatie en Jodenhaat geen pardon bestaat. Zelfs als het een uitspraak betreft die ruim 6 jaar geleden is gedaan. Ik heb het ’genoegen’ gehad met aardig wat Jobbikers te spreken in het verleden en gelooft U mij, het is allemaal niet best…..Dat een linkse politicus als Karácsony met hen samenwerkt is in hoge mate afkeurenswaardig.
De slogan van de jaarevaluatie was eigenlijk de volgende: ’Hongarije kiest voor de Hongaarse gezinnen in plaats van de immigratie’. Om dit te onderstrepen presenteerde ’Victory Viktor’ een ’zevenpuntenplan’ dat plat gezegd het krijgen van zoveel mogelijk kinderen promoot. Met diverse financiële prikkels in het vooruitzicht natuurlijk. Op zichzelf is daar natuurlijk niets mis mee, de Hongaarse bevolking is aantalsgewijs nog steeds in een neerwaartse spiraal. En de gezondheidszorg dan? Ja, daar zijn de problemen nog talrijk, wat mij betreft had dáár de focus op gelegd moeten worden. Dat zou een eerbiedwaardige strijd zijn geweest, maar Orbán kiest er voor om deze letterlijk van levensbelang zijnde sector slechts in de marge te memoreren. Verkeerde focus, ook niet beschaafd, zoveel is waar.
Maar hoe reageert diezelfde oppositie dan op de jaarevaluatie? ’In plaats van de aandacht te richten op de immigratie had de premier zich beter kunnen richten op de emigratie van werkzoekende Hongaren’ zo valt te lezen. En: de rechtstreekse aanval op Gergely Karácsony betekent dat wij, als oppositie sterk staan, Orbán is bang voor ons. Zelfs de anti-conformistische clown, die andere burgemeesterskandidaat Róbert Puzsér neemt Karácsony in bescherming. Wederom, wat een armoe……
De ’grote leider’ besloot zijn toespraak met de woorden ‘dat we voortgaan met blij gemoed gewapend met een forse dosis humor’. Die humor meldt hij tot slot, is ’gewaarborgd’ met een dergelijke oppositie’. Waarvan akte.
De hemel zegent steeds het talrijke gezin. (Jean-François Collin d’Harleville, Frans toneelschrijver 1755-1806)