Nu ben ik geen André van Duin-fan van het eerste uur – daarvoor ben ik net iets te jong -, maar vanaf 1972 luisterde ik al naar de Dik Voormekaarshow op mijn favoriete piratenzender Radio Noordzee. Nog altijd is deze lolbroekerige show volgens mij het beste wat André in zijn artiestenleven heeft gepresteerd. Uiteraard zijn zijn vertolkingen van Charles Aznavour-chansons tevens wonderschoon, zelfs ’grachtengordelaars’ hebben André inmiddels in hun hart gesloten.
De ’mens’ van Duin is zeer prettig in de omgang, wars van kapsones en uiteraard boordevol humor. Zijn komische Theater- en televisieshows waren nu niet bepaald mijn eerste keuze, als radioman was hij echter onverslaanbaar. En met zijn ’typetjes’ natuurlijk.
Vreugdevol nam ik daarom kennis van het bericht dat André door het Nationaal Comité 4 en 5 mei was verzocht een toespraak te houden tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam te Amsterdam. De krullige haardos die over herdenken spreekt, ik besloot er na de twee minuten stilte eens goed voor te gaan zitten.
André vertelde ingetogen zijn verhaal van de Tweede Wereldoorlog, waarin zijn vader een prominente plaats innam. Maar ook het feit dat hij op 4 mei normaliter niet naar de Dam komt. In plaats daarvan herdenkt hij altijd bij het Homomonument op de westermarkt. In 1987 werd dit monument onthuld, Nederland had hiermee een primeur in de wereld. Sterk van André om daaraan te refereren. Het ’tekent’ – zoals hij treffend omschreef – onze vrijheid. Want ook dat is Nederland, nog steeds, een bastion van (relatieve) verdraagzaamheid.
Voor het meest persoonlijke moment moesten we tot het einde van André’s speech wachten. Kijkend naar de hemel groette hij met een ’luchtkus’ zijn vorig jaar overleden partner, Martin Elferink. Althans, dat maakte ik er van… Vorig jaar overleed Elferink aan botkanker en het was niet André’s eerste partner die vroegtijdig overleed. In 1995 overkwam hem hetzelfde, zijn toenmalige partner Wim van der Pluijm overleed in dat jaar. André zelf werd in 2020 ook door die ’kankerziekte’ getroffen, maar hij overleefde.
André weet dus wat het betekent verlies van grote geliefden te verwerken. Hij praat er niet graag over, in een recent NRC-interview lichtte André wel een tipje van de sluier op. Ik vond het ontroerend hoe hij zijn gevoelens verwoordde, het gevoelsmens van Duin sprak….
Al jaren laat André zien – maar vooral horen – dat hij met zijn liedjes gevoelige snaren weet te raken. Naast chansons van Charles Aznavour heeft hij tevens juweeltjes van andere artiesten vertolkt, bijvoorbeeld van Wim Sonneveld. Wat André heeft aangeheven, nadat hij van de Dam terugkeerde naar zijn eigen Amsterdamse woning? Misschien wel zijn persiflage van Ramses Shaffy’s ’we zullen doorgaan’, wie zal het zeggen.
Wat zou het trouwens prachtig zijn als André één van de mooiste nummers van de Duitser Herbert Grönemeyer eens in zijn repertoire zou opnemen. Aan welke lied ik denk? ’Mensch’ natuurlijk, hierin verwerkt Grönemeyer zijn verdriet na de dood van zijn geliefde. ’Oh, es ist schon ok, es tut gleichmäßig weh’ is één van de mooiste en meest hartverscheurende passages uit ’Mensch, André zou het fantastisch kunnen vorm geven. Maar misschien is het allemaal nog ’te vers’ om hieraan te beginnen.
Vertalen van de Duitse tekst naar het Nederlands mag natuurlijk ook, Guus Meeuwis deed dit al eerder met het Grönemeyer-nummer ’Der Weg’. Een goed idee? Jazeker, want memoreerde André aan het einde van zijn voordracht niet dat we dankbaar moeten zijn dat de Duitsers werden verslagen? ’Anders had hij zijn teksten vandaag – 4 mei – in het Duits moeten uitspreken’……..
Dus schreeuw het uit over de daken, niets met anderen te maken als je huilt (tekst uit ’als je huilt’, André van Duin 1982)
En wat je dan mag schreeuwen, André?
VRIJ, met de oorlog als het negatief van de kleurenfoto van de vrede
Terms & Conditions
Subscribe
Report
My comments