'Een stem op Jan is een stem op Joop, stem dus Hans.'

'Een stem op Jan is een stem op Joop, stem dus Hans.'

Wat mijn aardigste herinnering is aan wijlen Hans Wiegel? Tijdens een landelijk congres van de liberale jongerenvereniging JOVD - ergens in de jaren ’80 - schreed Wiegel opeens de congreszaal binnen waarop (wij) de jonge liberalen begonnen te joelen. Wiegel genoot van de aandacht en besloot er in de hal van het congrescentrum nog een schepje bovenop te doen. Staand op een aangerukte tafel hief hij met schallende stem het Wilhelmus aan. Uiteraard zongen de liberale brallers met volle borst mee. Nee, ik mengde mij niet in dit communale gezang alleen al vanwege mijn hekel aan het Nederlandse volkslied.

Wie overigens verantwoordelijk is voor het feit dat voetbalsupporters het Wilhelmus luidkeels meebrullen voor een thuiswedstrijd van het Nederlands elftal? Ene Koningin Wilhelmina die in 1932 de regering aanspoorde om dit totaal ongeschikte lied tot nationale hymne te bombarderen. Niet toevallig natuurlijk, het liefst had de toenmalige koningin de titel van het lied nog veranderd in ’Wilhelmina’. Overigens is het opmerkelijk dat Wiegel op deze manier de show stal tijdens een JOVD-congres. Waarom? Wel, in principe zijn liberalen toch republikeinen, nietwaar? In de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw was de VVD echter nogal koningshuisgezind, daarom was het geen wonder dat de oranje kleur een belangrijke rol speelde in het partijlogo. Dat is overigens nog steeds het geval…..

De gesjeesde student politicologie was al op zeer jonge leeftijd politiek actief, Wiegel had gewoon geen tijd meer om zijn studie af te maken. Maar dat hoefde ook niet want hij kwam al snel omder de vleugels van VVD-senator Harm van Riel die hem flink gepusht heeft in zijn politieke loopbaan. Eigenlijk was de Amsterdammer Wiegel een populist avant la lettre. Hij sprake klare, ferme taal en verloor zich niet in allerlei intellectuele bespiegelingen. Immer had hij hij het over ’de mensen in het land’ die hij (voor de camera) direct aansprak.

En Wiegel was voor de duvel niet bang, het liefst ging hij in (openlijk) debat met zijn politieke tegenstrevers. Regelmatig was hij te gast in actualiteitenrubrieken, ook in het VARA-programma ’in de rooie haan’ gaf hij regelmatig acte de présance. Daar werd hij stevig aan de tand gevoeld, maar Wiegel gaf meestal geen krimp. Zelfs de oud-hoofdredacteur van Vrij Nederland, Joop van Tijn kon hem niet onder de tafel lullen. Sterker nog, Wiegel negeerde van Tijn meestal nadat deze een kritische vraag had gesteld. In plaats van de vragensteller aan te kijken en te antwoorden richtte Wiegel zijn blik op de camera en begon hij ’de mensen in het land’ toe te spreken. Van Tijn ontdekte snel dat hij figurant dreigde te worden in zijn eigen linkse TV-show en probeerde het latere ’orakel uit Friesland’ de mond te snoeren. Zonder enig succes uiteraard.

Na afloop van elk interview/debat stak Wiegel meestal een flinke sigaar op. Hij was een groot fan van het sigarenhuis Hajenius maar een van der Donk sigaartje versmaadde hij ook niet. Prima keuzes uiteraard, alhoewel ik het favoriete sigarenmerk van Johan Derksen meer waardeer. Olifant sigaren zijn namelijk de top of the bill van Nederlandse sigaren. Maar dit terzijde….Hiernaast was Wiegel een fan van sherry en dat is toch bijzonder. In de vorige eeuw was dit vooral het drankje van treurige huisvrouwen in de menopauze die in de supermarkt hun winkelwagen vol laadden met 2 liter oorkruiken van dit vochtje. Ach, Hans zal vast niet ’nee’ hebben gezegd tegen een dure cognac, daar ben ik zeker van.

Het leven van Wiegel kenmerkte zich door twee fatale gevallen. In 1980 stierf zijn echtgenote tijdens een auto ongeluk en hetzelfde overkwam zijn tweede vrouw in 2005. De twee gestorven vrouwen waren ook nog eens zussen van elkaar…… Wiegel liet zeer zelden zijn emoties de vrije loop over deze tragische voorvallen, slechts éénmaal - in 1981 - barstte hij voor de TV-camera in tranen uit. Nee, Hans had zichzelf meestal in de hand, na zijn vertrek uit Den Haag - de eerste keer in 1982 - verscheen hij nog regelmatig in de publiciteit. En als ze hem niet belden, greep hij zelf de telefoon. Bijvoorbeeld om contact te krijgen met Stan Huygens - alias van Thomas Lepeltak - van de Telegraaf.

Ja, ja, Hansje was natuurlijk wel ijdel en bleef altijd een tikje publiciteitsgeil. Overigens vergeef ik hem dat van harte, want als Wiegel op de buis kwam kon je tenminste lachen. Bijvoorbeeld toen hij meldde dat Sinterklaas bestaat. ’Daar zit-ie, aan tafel’ en vervolgens wees Wiegel naar een andere bekende politicus. Wie dat was? Johannes Marten (Joop) den Uijl. (later den Uyl)

Een dag voor de Tweede Kamerverkiezingen in 1981 verscheen de volgende tekst in de landelijke dagbladen: Een stem op Jan is een stem op Joop, stem dus Hans.’ Jan stond voor Jan Terlouw (D66), Joop voor Joop den Uyl (PvdA) en Hans uiteraard voor Hans Wiegel. Nu is de laatste van deze drie ook niet meer onder ons. Helaas…. In ons tijdsgewricht moeten we het doen met Dick(Schoof), Marjolein(Faber) en Sophie(Hermans). En Geert (Wilders) natuurlijk. Wat een kwaliteitsverschil tussen de eerste en tweede groep namen! Wat heet! een onmetelijk verschil, helaas….