Het recht op vrijheid is niet absoluut, dus het recht op vrije meningsuiting ook niet. Oproepen tot geweld tegen Joden of Islamieten tijdens een demonstratie op de Dam kan uiteraard niet door de beugel, maar geldt dat ook voor het verbranden van een Koran in het centrum van Arnhem?
Een eerdere demonstratie van Pegida-voorman Edwin Wagensveld werd door de Arnhemse burgemeester Ahmed Marcouch toegelaten, maar deze liep uit de hand. Vooraf had Wagensveld aangekondigd een Koran te verbranden in de openbare ruimte, toch was dat voor Marcouch geen reden om de demonstratie te verbieden. Wagensveld werd overigens niet in de gelegenheid gesteld een Koran in de hens te steken, hij werd meteen aangevallen met stenen en vuurwerk. Waarna hij door een tegendemonstrant tegen de keien werd gesmeten.
Marcouch kreeg een deel van de Arnhemse Islamitische gemeenschap over zich heen, want waarom had hij - nota bene als praktizerend Moslim - de demonstratie toegelaten (en Wagensveld nog politiebescherming geboden ook)? Heel simpel antwoordde Marcouch, ’het demonstratierecht is namelijk essentieel’. OK, tot zover is alles in orde, de Arnhemse burgervader reageerde ’by the book’. Net als de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb die in het verleden demonstraties voor de grootste moskee van de stad toeliet. Waar de demonstratie uit bestond? Een barbecue-party met als hoofdgerecht varkenssaté. Of de saté’tjes smaakvol waren is mij niet bekend, in ieder geval is deze manier van ’demonstreren’ wel heel erg smakeloos. Maar niet bij wet verboden, en terecht!
Wagensveld is de vaandeldrager van de Nederlandse tak van de Duitse anti-Islamgroepering Pegida. Pegida Duits? Zeker wel, ik geef U voor de volledigheid de betekenis van de afkorting Pegida: ’Patriotische Europäer gegen die Islamisierung des Abendlandes. Bij het hardop uitspreken hiervan bekroop me meteen een ’unheimisch’ gevoel dat terug gaat naar de tijd dat een Duitse Führer meende dat zijn rijk minimaal duizend jaar zou bestaan…Een hartstikke foute club natuurlijk, maar dat betekent niet dat voorlieden van deze ’beweging’ het demonstratierecht automatisch ontzegd zou moeten worden.
Wagensveld wilde zijn vorige verstoorde optreden herhalen, maar kreeg ditmaal nul op rekest van Marcouch. De politie had hem namelijk gemeld dat er mogelijk een - Jihadistische - aanslag op Wagensveld zou worden gepleegd. Burgemeesters zijn verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid van hun gemeente en hebben op basis van deze bevoegdheid het recht demonstraties te verbieden. In deze zin is het weren van Wagensveld deze keer volledig terecht, maar - en dat wil ik met grote nadruk onderstrepen - alleen op basis van die concrete geweldsdreiging tegen zijn persoon en/of andere personen.
Helaas giert Marcouch vervolgens met zijn verdere uitleg in een recent NRC-interview uit de bocht. Hij memoreerde zijn gelobby in Den Haag dat het volgende doel heeft: ’een algemeen verbod op het verbranden van religieuze symbolen in de openbaarheid’. Ook al vind ik Koranverbrandingen net als Marcouch provocerend en giftig, maar ze zijn niet a priori onrechtmatig. En stel dat het daadwerkelijk tot aanname van een wettelijk verbod zou komen, wat moet dan worden verstaan onder ’religieuze symbolen’?Ja, de Koran, dat is evident. Maar een houten kruisje? Of een Boedhabeeldje? Of een kindertekening van een koe? Want de Koe is toch een heilig wezen in het Hindoeïstische religie? Nee, beste burgemeester, zo’n wettelijk verbod lijkt me niet zo’n goed idee, ik vrees namelijk dat er dan nog meer maatschappelijk gedonder zal ontstaan. Afgezien van het feit dat zo'n verbod ingaat tegen de Nederlandse Grondwet.
Ook in de volgende redenering van Marcouch kan ik me maar moeilijk verplaatsen (of eigenlijk, helemaal niet...) Hij meent dat Wagenveld’s acties alleen zijn gebaseerd op ’provocatie en het zwijgen opleggen’. Wel, provoceren mag gelukkig nog in Nederland, bovendien, elke demonstratie heeft toch een element van provocatie in zich? Hiernaast gaat Marcouch er van uit dat de Pegida.voorman anderen - lees Islamitische burgers - het zwijgen wil opleggen. Misschien is dit wel het geval, juridisch bewijs hiervoor kan Marcouch niet leveren, lijkt me. Op dergelijk glad ijd zou een burgemeester zich niet moeten bewegen, dat levert uiteindelijk nog meer polarisatie op.
In het NRC-interview kreeg Marcouch een interessante vraag voorgelegd: ’U - Marcouch dus - noemt het een provocatie. Maar wie is er dan fouter? De persoon die het boek verbrandt of de mensen die daar met terreur op reageren?’ Het eerste wat Marcouch antwoordde was het volgende :’dat mag geen vraag zijn’. Beste burgervader, dit is - ook - een essentiële vraag die beantwoord dient te worden in een democratische rechtsstaat. Door dit te weigeren draagt u - om het voorzichtig te zeggen - niet echt bij aan de voortdurende maatschappelijke discussie over het demonstratierecht in Nederland.
Een gemiste kans dus…..
Terms & Conditions
Subscribe
Report
My comments