’Onterechte vent’, dat was de uitdrukking die mij meteen in gedachten schoot toen ik vernam dat een ’weledel geboren heer’ (in casu een Amsterdams corpslid) luidkeels meende dat de ’nekken van vrouwen gebroken zullen worden om een lul erin te steken’. Morbide studentikoze humor die uiteraard niet door de beugel kan. Volgens mij heeft de bedenker van deze strofe teveel films gekeken waarin hevige schuttingtaal wordt gebezigd. In ’a few good men’ zou de kolonel die leiding geeft aan het contingent soldaten in Guantanamo Bay (gespeeld door Jack Nicholson) een bepaalde advocaat (Tom Cruise) het liefst de ogen uitsteken en in zijn schedel pissen. In de Vietnamfilm ’full metal jacket’ dreigt de drilling officer één van de mariniers in opleiding met hetzelfde. Maar dan met het idee om hem daarna een ’skull fuck’ te geven.
Voor een adolescente ’bretel’ met een lijf vol testosteron en geldingsdrang zijn dit soort teksten natuurlijk koren op de molen. In de studententijd komt het vooral aan op ’scoren’ bij je mede-studenten en bij de ’sperma-emmers’ natuurlijk. Zo werden mede-studentes tijdens het herendiner van het Amsterdamse corps nadrukkelijk beschreven en dat is volledig begrijpelijk. Het willen en moeten ’scoren’ is met name van belang inzake vrouwen. Hoe meer corporale dames er kunnen worden ’gepenetreerd’, hoe beter voor de postie op de apenrots van de studentenvereniging. Overigens is dit niet algemeen geldend in de diverse corpora, wel bij de ’jonge heeren’ die als ’haantjes door de stront stappen’. Maar eigenlijk zijn dat de mannetjes met diverse ’complexen’, waarvan ’little people sickness’ één van de meest voorkomende is….
Nog even terug naar ’onterechte vent’. Schrijver/journalist Jan Kuitenbrouwer pikte deze uitdrukking al op in 1987, hij schreef er over in zijn boekje ’Turbo-taal: van socio-babble tot yuppie-speak.’ Vooral corporale studenten gebruikten deze omschrijving voor een mede-lid dat niet deugde: een laf en onbetrouwbaar sujet dat een lesje moest worden geleerd. Ik weet niet of deze typering nog in zwang is onder corpsleden, in ieder geval zou ik deze (weer) warm willen aanraden. De halve zool die over vrouwelijke nekken repte komt als eerste in aanmerking voortaan door elk corpslid op dergelijke wijze te worden aangesproken. Maar om een voorbeeld te stellen zou het bestuur - ofwel de ’senaat’ - van het Amsterdamse StudentenCorps (ASC/AVSV) dit morbide lid stante pede moeten royeren. Dat is de enige juiste actie, zowel voor de vereniging zelf, als voor de ’buitenwereld’.
Die ’buitenwereld’ heeft overigens geen sjoege hoe het er aan toegaat in de diverse Nederlandse corpora. Vooroordelen zijn er legio en vaak heb ik het idee dat daar menigmaal een klein beetje frustratie achter zit. De criticasters zijn vooral niet oud-corpsleden die schande spreken van taferelen waaraan ze stiekem aan hadden willen deelnemen. Nu bedoel ik niet de excessen waarover de laatste jaren is bericht, maar alle andere corpsfeestjes en activiteiten waaraan de kritische ’knorren’ nog niet eens aan hebben kunnen ruiken. De sociëteitsdeur was voor hen immers altijd dicht en blijft - of ze afgestudeerd zijn of niet - voor altijd gesloten.
Een knor was en ben ik ook, van deze typering kom ik zelf ook nooit meer af. Via slinkse omweggetjes en listigheden is het mij tijdens de studententijd overigens regelmatig gelukt binnen te komen in het sociëteitsgebouw van Vindicat (Groningen)en ik moet zeggen dat ik me uitermate goed vermaakt heb. Een ’party houden’, ja dat konden de weledel geboren heren en dames wel hoor en dat betrof niet alleen liederlijke drinkgelagen, maar ook nette wijnproeverijen. Hiernaast geven alle corpora ruim baan aan culturele, sportieve en andere activiteiten. Natuurlijk, een aanmerkelijk deel van de (financiële en hoog opgeleide) ’bloem der natie’ is lid geweest en zo bestaat er nog steeds de indruk dat de sociëteit het plaveisel is voor het latere ’old boys-netwerk.’ Natuurlijk is dit (deels) het geval, maar voor ’knorren’ is er wel wat verbeterd: ook als niet-corpslid kun je tegenwoordig carrière maken in het (multinationale) bedrijsleven. Dat was 40 jaar geleden nog een stuk moeilijker.
Femke Halsema, Mokum’s burgemeester was er natuurlijk als de kippen bij om de vrouwonvriendelijke uitlatingen te veroordelen. Ik las ergens dat Femke waarschijnlijk het meeste moeite had met het ’gescheiden diner’, studenten en studentes zaten in twee verschillende hallen tijdens de viering van het zoveelste lustrum. Vond ik een bijzonder geestige opmerking, maar er is iets nog veel geestiger: Halsema is eigenlijk een linkse activiste die net zo’n spraakgebrek heeft als een grote groep corpsleden: ze is niet in staat de letter ’R’ op adequate wijze uit te spreken. De corporale ’codetaal’ is haar dus niet vreemd, ik vind dat een doorslaggevende reden om de ASC/AVSV sociëteitsdeuren voor haar te openen. Kan ze meteen die rotte appels uit de vereniging sturen, als de ’senaat’ hiervoor niet ’de ballen’ heeft.
Wat zegt U, die studenten zullen zich weinig aan Femke gelegen laten liggen? Nou, nou, wel als ze het (onklaar gemaakte) pistool van haar vriend Robert Oey meeneemt hoor! Of Femke’s zoontje moet er al(weer) mee aan de haal zijn gegaan…..
Voor de Amsterdamse ’senaat’ heb ik nog een tip voor een lustrumlied, ’don’t bring me down’ van de formatie ELO. Voor de gelegenheid een beetje aangepast: ’don’t bring US down’.
Terms & Conditions
Subscribe
Report
My comments