Begin tachtiger jaren van de vorige eeuw bezaten relatief veel Hongaren een personenauto, maar die zagen er wel iets anders uit dan waarmee bijvoorbeeld de Westduitsers de ’autobahnen’ mee bevolkten. De autoblikken ronkten ook anders en bovendien leken de uitlaatpijpen van deze vehikels op schoornsteenpijpen van een bruinkoolcentrale uit Polen.
Het summun van communistisch autoplezier was het besturen van een Skoda of een Lada. Deze reden tenminste nog op ’niet loodvrije’ benzine en niet op een mengsel van olie en benzine waarop de twee takt Trabantjes en de Wartburgs zich bewogen. De binnenstad van Boedapest was in de tachtiger jaren van de vorige eeuw bezwangerd van een onwelriekende blauwe vergiftigende walm. De gebouwen aan de Rákoczi Út en de Andrássy út – toen nog ’weg van de Volksrepubliek’ genaamd – waren zonder uitzondering roetzwart geblakerd. Het was een deplorabel en depressief makend decor en één van de foeilelijke gezichten van het door de USSR gepropageerde wereldcommunisme.
Één voordeel hadden die Trabantjes bij een minimum basis aan autotechnisch inzicht wel: met panne kon je de reparatie zelf verzorgen, althans meestal. Politie en taxichauffeurs hadden een Lada tot hun beschikking, de kameraad-Hongaar die zo’n ’bak’ kon aanschaffen was – vooral op het platteland – ’the guy of the town’. In West-Europa liet men zich meestal laatdunkend uit over deze ’auto’ van communistisch/Russische makelijk: Lada stond voor de afkorting ’Landdaf’ en daar kon je maar beter niet op de brink van het Drentse plaatsje Roden mee rondrijden. Hongaarse kopers van welk merk dan ook bestelden overigens bij het ophalen van hun nieuwe bolide meteen de volgende. Waarom? Dan had je tenminste nog de kans dat je na 3/4 jaar je auto in zou kunnen ruilen voor een nieuwe. Als de communistische ’vijfjarenplannen’ tenminste werden opgevolgd. Tja, ook die vijfjarenplannen waren immers niet in steen gehouwen…….
In de Sovjetunie – waar de Lada werd/wordt geproduceerd – lag de nadruk in de koude oorlog op het produceren van materieel oorlogstuig. In de Russische autofabrieken probeerde men de stijgende vraag bij te houden, maar na het assembleren van een nieuw type Lada bleek bij nadere beschouwing van de technici regelmatig dat er ’tanks’ van de productielijn gerold waren. Dit is een variatie op een Oost-Europees mopje maar het is al met zoveel grappen: ze bevatten vaak een kern van de waarheid…..
Tegenwoordig zijn de statusgevoelige Hongaren idolaat van ietwat andersklinkende automerken: BMW, Audi, Mercedes. Zo’n oerlelijke grootste SUV versie van BMW is de natte droom van de Hongaarse man. Daarmee laat je zien dat je beter, mooier, groter en slimmer bent dan die arme plattelander met zijn derdehands Mazda of aftandse Trabant. Trabant? Rijden die nog rond dan? Zeker wel, maar de twee taktmotoren zijn er vaak uitgehaald en gewisseld voor een vierdehands benzinemotor. En zo hebben die lichtgewicht polyesterautootjes accelaratievermogen gekregen waar menig statusgevoelige Mercedeschauffeur nog jaloers op kan zijn ook!
De auto is en blijft een statusobject, ook in Nederland. Maar is in het polderlandje die bolide vaak de verlenging van het het mannelijk lid, in Hongarije is een BMW SUV versie een enorme opgezwollen verlengde fallus in continue staat van erectie, uiteraard met behulp van een dosis Viagra. Maatschappelijke status wordt in Hongarije vaak beoordeeld op basis van het ’autootje’. In Nederland is dit in ’bepaalde kringen’ ook het geval, hiernaast is het beeld van de auto in Nederland als statussymbool diverser.
De BMW SUV wordt in de meeste grachtengordels – en daar zijn er veel van in Nederland hoor! – als een verfoeilijk vertoon van slechte smaak gezien. En dan heb ik het nog niet eens over de milieuargumenten die grachtengordelaars steevast in hun biologisch geproduceerde rugzak hebben. Als je dan toch een auto moet besturen moet deze natuurlijk volledig elekrisch voortgedreven zijn. De gemeente Amsterdam heeft onlangs bepaald dat de hoofdstad vanaf het jaar 2030 vrij dient te zijn van die afschuwelijke diesel/benzinemotoren. 2030? Die linkse Amsterdamse politici beginnen op de Chinese president-tiran Xi Jinping te lijken. Ik kan de volgende motie van de Amsterdamse gemeenteraad reeds dromen: Amsterdam dient in het jaar 2050 maximaal 50 slagers binnen haar gemeentegrenzen toe te staan met als doel de vleesconsumptie te beperken. Femke Halsema zie ik al door emotie overmand instemmend knikken bij zoveel wijsheid van ’haar’ gemeenteraad. Xi Jinping overweegt al een ’ansicht’ naar de gemeenteraad te sturen met de volgende tekst: ’ ziet U wel kameraden, eeuwig durende macht is wel degelijk mogelijk!!!
In Nederland dreigt de romantiek van ’het chauffeuren’ volledig te verdwijnen, wat moet er van de ’vroem vroem’ partij van premier Mark Rutte worden? Enthousiast verhaalde ’onze’ premier dat er al elektrische auto’s bestaan die binnen 5 seconden naar een snelheid van 100km/h accelereren. ’Dat is goed nieuws voor ’ons’ VVD’ers meldde Rutte, want ’wij blijven van het vroem vroem geluid houden’. Tja, maar met die overigens vaak afschuwelijk slecht gedesignde elektrieken bakken – Tesla! – blijft er een miniscuul probleempje over: een ’vroem vroem’ geluid produceren deze niet. Daarom mijn gratis tip aan Tesla- en raketproducent Elon Musk: bouw een softwareprogramma in die afschrikwekkende Tesla dat bij acceleratie een knetterend geluid verzorgt. Surrogaat? Ach, we leven toch al in een virtuele wereld…..
Als ik boodschappen ga doen ga ik met de auto, omdat ik niet van die vieze uitlaatgassen in wil ademen. (Theo Maassen, lolbroek 1966 -)
Terms & Conditions
Subscribe
Report
My comments