20 augustus is de belangrijkste feestdag in Hongarije. Koning Stefanus 1 – zijn officiële naam – wist in de jaren voor het jaar 1000 de Hongaarse clans te verenigen. In dat jaar werd hij de Koning van de Magyaren en volgens de overlevering ontving hij in het jaar 1001 een waardevol cadeau van de toen regerende paus Silvester II: dé Stefanskroon. In de begeleidende zegenbrief erkende de paus Stefan – in het Hongaars István – als Christelijk koning. Door de Hongaren wordt de 20e augustus – de dag waarop dit aangenomen historische feit ’gecelebreerd’ wordt – beschouwd als het vertrekpunt van Hongarije als Christelijke entiteit in de wereld. De feestelijkheden rond 20 augustus zijn het symbool dat de Hongaren zich ruim duizend jaar geleden definitief hebben geworteld in de Europese – Christelijke – traditie en cultuur. Dat is allerwegen de huidige opvatting in Hongarije. ’Wij’ – zeggen de Hongaren – zijn een waarachtig Europees volk in het hart van het oude continent.
Voorgaande is de reden dat de 20e augustus de kern en oorsprong van de Hongaarse identiteit vertegenwoordigt. De 15e maart is een andere belangrijke nationale feestdag en dat geldt ook voor 23 oktober, maar de overgrote meerderheid van de Hongaren beschouwt 20 augustus als hét ijkpunt van die nationale identiteit. Deze diende als basis voor de opstand/revolutie tegen de Habsburgse Oostenrijkers – 1848, herinnerd op 15 maart – en de opstand tegen de Sovjetrussen, 1956, herinnerd op 23 oktober. In die zin zijn laatstgenoemde officiële herinneringen eigenlijk een afgeleide van de Hongaarse Christelijke eenheid die definitief gestalte kreeg in de jaren 1000 en 1001.
Reeds in 1083 – inderdaad, precies op 20 augustus – werd Stefan heilig verklaard en in Hongarije wordt tegen veel ’heilige huisjes’ aangeschopt maar dat geldt gelukkig niet voor ’20 augustus’. Waar op de 15e maart en de 23e oktober de herinneringen voor binnenlandse politieke doeleinden worden ’misbruikt’ is dit voor 20 augustus toch veel minder het geval. Bovendien vieren veel Hongaren op deze dag nog vakantie die met alcoholische versnaperingen en culinaire genoegens wordt omlijst. Aan het einde van de dag volgt het knallende besluit met behulp van het mooiste siervuurwerk dat al zo vaak op de gevoelige plaat is gelegd, met op de achtergrond het Hongaarse parlement. Veel van zulke ansichtkaarten worden mee naar huis genomen door de buitenlandse toeristen die tegenwoordig Boedapest overspoelen.
De Stefanskroon heeft nog wel eens een reisje ondernomen. Vanaf 1867 – vanaf de ’Ausgleich’ tussen Hongarije en Hongarije – was de officiële drager Keizer Franz Jozef de eerste. U weet wel die Oostenrijker die getrouwd was met zijn nichtje, ene Sis(s)i. Deze Oostenrijkse herinnering laten we maar snel achter ons, de gedachte aan een Oostenrijkse keizer met de Stefanskroon op het hoofd wandelend door het Weense hof doet me al bij voorbaat gruwen. Na 1945 werd de kroon overgedragen aan het Amerikaanse leger en tot 1978 werd het grootste Hongaarse kleinood bewaard in Fort Knox in de Verenigde Staten.
In dat jaar gaf ’pindaboer’ de Amerikaanse president Jimmy Carter de kroon terug aan Hongarije, het symbool van het Christelijke verenigde Hongarije werd vanaf 1978 tentoongesteld in het Hongaars nationaal museum. Veel als zodanig genoemde diaspora-Hongaren – vooral de ’1956’ vluchtelingen’ – beoordeelden de geste van de Amerikanen als een regelrechte gotspe. De heilige kroon teruggeven aan János Kádár, de moordenaar van één van de opstandleiders Imre Nagy, hoe konden die domme Amerikanen dat nu in hun hoofd halen!? Mij heeft ’Jimmy’ in ieder geval een groot plezier gedaan, want zo kreeg ik samen met mijn ouders de mogelijkheid de Stefanskroon met eigen ogen te aanschouwen. Ik kan mij het moment van bezichtiging – ik was toen een opstandig puberjoch – nog zeer goed herinneren. Niet de aanblik van de kroon maar de welhaast serene respectvolle verstilde sfeer die in de tentoonstellingsruimte hing, dat is het eerste waar ik op uitkom als ik in mijn herinneringen graaf.
Inmiddels – sinds 2000 – bevindt de kroon zich in het Hongaarse parlement en wordt jaarlijks door velen bewonderd. Stefan wiens ’heidense’ naam Vajk luidt – betekenis: held – kijkt vanuit zijn hemelse koninkrijk tevreden naar dit aardse tafereel.
Afgodsbeelden, iconen, emblemen, symbolen etc, in het algemeen heb ik er niet zoveel mee. Maar sinds die verfoeide ster met de verfoeide communistische hamer en sikkel uit de Hongaarse vlag/symbolen is verwijderd en vervangen door het Hongaarse wapen met er bovenop de Stefanskroon moet ik bekennen: het is mooi zo……….
Het is niet de wind die beweegt, het is niet de vlag die beweegt, het is de geest die beweegt. (Huineng,Chinees Zen monnik 638-713)
Bizalmam az ősi erényben!
Terms & Conditions
Subscribe
Report
My comments