De antisemitische aap kwam weer eens uit de mouw bij de ’democraten’ van de politieke partij Jobbik. István Szávay, de vice-fractievoorzitter werd betrapt op gedragingen van Jodenhaat. Een half jaar geleden deelde hij een flinke oorvijg uit aan een vrouw waarna hij haar ook nog even toevoegde dat ze een ’vuile Jodin met zo’n verrotte kromme neus’ is. Helaas voor Szávay werd zijn pochen hierover tegen – waarschijnlijk – een mede-Jobbikmaatje opgenomen en deze opname werd natuurlijk in alle Orbánmedia breed uitgemeten. In eerste instantie zag Szávay alleen af van zijn vice-fractievoorzitterschap maar de in- en externe druk werd te hoog. Triest en schandalig waren de eerste reacties van zijn partijkompanen die zonder enige uitzondering Szávay’s gedrag bagatelliseerden. Één ervan was Márton Gyöngyösi de huidige vice-voorzitter en de fractieleider van Jobbik. Dezelfde Gyöngyösi die in 2012 de volgende uitspraak deed: ’ik wil weten hoeveel Hongaren er in dit land leven – en in het bijzonder die een parlementaire zetel bezetten of regeringsverantwoordelijkheid dragen – die een Joodse achtergrond hebben van wie aangenomen kan worden dat ze een veiligheidsrisico voor de Hongaarse staat zijn’. Einde citaat.
Ik heb al vaker gezegd, onze lieve Heer verhoede dat deze Jobbik frustro’s ooit aan de macht komen in Hongarije. Gelukkig ligt de partij in puin, inmiddels zijn er drie verschillende kampen die elkaar naar het leven staan. Één ervan is het kamp János Volner die we nog wel kennen als één van de voormannen van de inmiddels opgedoekte para-militaire Hongaarse garde. Allemaal fout volk, die Volner kan zijn naam beter veranderen in János ’Voldemort’.……Één troost in deze treurnis is dat extreem rechts in totaal in Hongarije aan de verliezende hand is. Harde antisemieten zijn er natuurlijk nog steeds maar een wijd verbreid antisemitisme dat volgens sommige westerse persberichten gangbaar zou zijn in Hongarije heb ik niet kunnen ontdekken. Ik wil anti-Joodse uitingen geenszins bagatelliseren maar de meeste komen voort uit frustratie betreffende de eigen – sociaal – gezien miserabele situatie.
In het Hongaarse parlement gaat het er vaak hard aan toe, de ’oppositie’ bereidt de parlementaire beraadslagingen vaak slecht of ’niet’ voor, het enige dat dan overblijft is ’ouderwets schelden’. Ferenc Gyurcsány, de oud premier doet meestal denken aan een kapotte grammafoonplaat die maar steeds in datzelfde groefje blijft hangen. Meneer de Groot van de aloude Dik voor Mekaarshow zou er jaloers van kunnen worden, bij hem bleven de platen niet zo lang steken. De steekwoorden uit het assortiment Gyurcsány zijn: stelen, ontvreemden, corruptie, aftreden, wegmoffelen, vriendjespoltiek. Wat mij betreft mag iedereen premier Orbán op deze onderwerpen met harde verwijten om de oren slaan maar Gyurcsány natuurlijk nooit! ’De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet’ is overigens niet van toepassing op Gyurcsány. Waarom dan niet? Een pot pleegt pas zwart te worden op het moment dat deze op het vuur wordt gezet. De Gyurcsánypot komt bij voorbaat al zwart op het fornuis, maar eigenlijk is het helemaal geen pot. Het is gewoon een zwart brok asfalt…….
Vermakelijk vond ik onlangs de kwalificatie van een ander parlementslid – toevallig weer een Jobbiker – die Viktor Orbán vergeleek met een ’paardenkoopman’. Waarschijnlijk een paardenkoopman die de kluit belazert, want deze vergelijking ging de Parlementsvoorzitter toch iets te ver. De Parlementariër – Péter Jakab – in kwestie moest spoorslags het parlement verlaten, waarschijnlijk niet per paardenkoets. Tja, deze uitspraken kunnen dan blijkbaar niet door de beugel, maar bedreigingen dat na de volgende verkiezingen alle Fidesz kabinetsleden plaats kunnen nemen achter een vergrendeld tralievenster mogen wél. Merkwaardig.
Orbán vatte de kwalificatie ’paardenkoopman’ overigens niet als een belediging op: ’paardenkoopmannen oefenen een respectabel beroep uit, in ieder geval hebben ze meer verstand van paarden dan ik’. Kijk, daar had de oppositie toch een kans om te scoren gehad. Bijvoorbeeld door de premier te vragen waar hij dan wellicht wel verstand van heeft. Of dat de premier misschien meer verstand heeft van paardenvijgen. Hij staat er immers tot zijn enkels in….Niet grappig? Inderdaad, middelmatige humor, maar altijd nog beter dan wat die oppositionele parlementaire clowns ervan bakken.
Over (clini)clowns gesproken. Een parlementariër van een andere splinterpartij wilde de landelijke hoofdaanklager Péter Polt een clinclownneus aanbieden in het parlement. Polt wordt regelmatig naar het parlement geroepen om verslag te doen van zijn justitiële arbeid die nogal vaak bekritiseerd wordt door de oppositie. De kritiek trachtte dit ’schrander’ parlementslid van de partij ’Párbeszéd’ ditmaal te verpakken door een rode nepneus aan te bieden. Dit viel bij parlementsvoorzitter László Kövér niet in goede aarde, hij heeft voorgesteld om het parlementslid een boete op te leggen van ruim 1500 euro. Ik stel voor dat met dit geldbedrag de parlementsvoorzitter voor alle volksvertegenwoordigers een rode cliniclownneus aanschaft. Bij de volgende zitting dienen deze dan door alle politici op de neus te worden gedrukt om te demonstreren dat in Hongarije politiek niet altijd serieus wordt bedreven. Als er nog geld overblijft voor een clownspak heb ik daar nog wel een kandidaat voor! Driemaal raden wie!
István Tarlós, de huidige burgemeester van Boedapest plakt er nog een cyclus bij. Volgend jaar is hij weer dé kandidaat voor de post van burgervader en dat lijkt me goed nieuws voor Hongarije in het algemeen en voor Boedapest in het bijzonder. Onder zijn leiding is Hongarije toch niet meer voor 100% dat zogenaamde ’land zonder consequenties’. De directeur van het openbaar vervoerbedrijf Boedapest heeft bijvoorbeeld de bons gekregen van de burgervader. Bij de invoering van het elekronisch kaartjessysteem zijn zoveel – financiële – blunders gemaakt dat hem geen andere keus restte. Aan de ene kant een trieste zaak dat er van mismanagement sprake is maar van de andere kant? In het verleden werd een dergelijk probleem ’opgelost’ door het directeurtje in kwestie met een reusachtige oprotpremie te belonen om vervolgens zijn of haar bedrijf voor miljoenen Forinten in te huren als ’professioneel adviseur’.
Als laatste nog een ’blij bericht’. In 2023 mag Boedapest de WK Atletiek organiseren, het derde grootste sportspektakel van onze aardbol! Een succesvolle lobby ging hieraan vooraf waarbij de legendarische voorzitter van de internationale ateletiekfederatie – IAAF – Sebastian Coe reeds zijn steun aan Boedapest had verleend. Oei, oei, dat betekent nog meer Boedapestbezoekers, kan de stad dat nog wel aan? Nu ja, zo’n ’luxeprobleem’ kan er natuurlijk altijd bij zou ik zeggen. Judith Sargentini – van het gelijknamige rapport, weet U wel – komt voorlopig niet naar Hongarije vanwege het vijandsbeeld dat de regeringspropaganda van haar heeft gecreëerd. ’Voor mij is het niet meer aan te raden om in Hongarije op straat te lopen’ meldde ze medio november. Inderdaad, van de ’agitprop’ – agitatie en propaganda voor de niet-communistenkenners onder U – tegen Sargentini door de Fideszrefering ben ik evenmin gediend, de gemiddelde Hongaar kan Sargentini echter missen als kiespijn………
Boedapest, ’Fut a pest’, dit laatste is uit te spreken als ’Foetapesjt. Vertaling: Boedapest rent, of loopt hard. Wel de juiste richting houden, Burgemeester Tarlós!!
Terms & Conditions
Subscribe
Report
My comments