Het is lente in de ogen van de tandartsassisente! Zowel in Nederland als in Hongarije hebben we al heel wat lente(achtige) dagen kunnen tellen. Nadeel bij dit fraaie weer is het grote gebrek aan neerslag wat nu al tot paniekreacties leidt bij Hongaarse/Hollandse boeren. Ook in Zuid-Europa is de situatie zorgelijk, de olijfolieoogst bijvoorbeeld zal dit jaar naar verwachting met een derde inkrimpen. Dan maar weer met ’ossewit’ koken zou ik zeggen, het is niet anders.
MAAR, we kunnen wel meer genieten van ’het pikken van een terrasje’. Een heerlijke kouwe (pils)klets onder een parasol met uitzicht op al dan niet opwaaiende zomerjurken – heb ik ’gestolen’ van schrijver Oek de Jong – of een Amsterdamse gracht in de ondergaande zon. Wat wil je nog meer? In de tachtiger jaren van de vorige eeuw waren we in Nederland als student niet zo verwend met dergelijke weersomstandigheden. Of moet ik zeggen klimaatomstandigheden? Volgens Thierry Baudet natuurlijk niet, die hele klimaatverandering is volgens hem één grote ’hoax’. In ieder geval namen wij bij een schraal maartzonnetje toen meteen plaats op één van de terrassen op de Grote Markt in Groningen. Muts op, handschoenen aan, kraag opgezet, vaasje bier in de knuist, caballero zonder filter in de mondhoek. Of een zware Van Nelle shaggie als je maandgeld er bijna doorheen was.
Zo niet in Hongarije waar de echte ’koukleumen’ wonen. In de tachtiger jaren waren er overigens nog weinig terrassen te vinden, zelfs in het mondaine Boedapest niet. In het jaar 2000 – nog maar kort geleden! – telde ik hooguit twee terrasjes op het Liszt Ferenc tér – Franz Liszt plein – in het centrum van de Hongaarse hoofdstad. Als je daar nu rondbanjert is dat nauwelijks voorstelbaar. Inmiddels hebben vooral jonge Hongaren het zoete verpozen op een terrastoel omarmd, maar een temperatuur van 15 graden Celsius en een waterig zonnetje zal de meeste niet enthousiast maken. Nee, nee, de thermometer moet minimaal 25 graden aanwijzen, maar een briesje wind doet de Hongaar meteen alweer naar binnen vluchten. Lekker in het café aan een tafeltje naast de verwarming een Hongaars Unicumbitterje naar binnenslaan. Nog geen pilsje hoor, waar praat je over, het is nog winter hoor! Het mankeert er nog maar net aan dat de Hongaar een glühwein bestelt. s’Lands wijs ’s lands eer zullen we maar zeggen…
Overigens Unicum is 100 keer lekkerder dan een Jägermeister of één of andere flutterige ’jachtbitter’ uit Nederland. Oh, vergeet ik de Sonnema of Weduwe Joustra Beerenburg? Ok, dit zijn traditionele Friese kruidenbitters maar steken dunnetjes af bij de bitterzoete Unicum. Aan die bittere smaak moet je wel wennen maar bij maag- en darmproblemen is dit Hongaarse ’elixer’ het meest probate middel. Want het Hongaarse medische spreekwoord gaat als volgt: ’in klein geconsumeerde hoeveelheden is Unicum een medicijn, in grotere hoeveelheden een geneesmiddel’. Vandaar het gouden kruis op de bolle fles natuurlijk.
Nog even verder op de ’koukleumtoer’. Ik kan me nog herinneren dat ik in Nederland op 15 jarige leeftijd vol goede moed de Noordzeegolven trotseerde, het zoute water gaf ongeveer dezelfde temperatuur aan, namelijk 15 graden. Zo nu en dan deel ik deze herinneringen met Hongaren en de reacties die ik dan meestal krijg zijn onder één noemer te vatten: ongeloof. Tja, Hollanders lopen op nieuwjaarsdag zelfs massaal vanaf het Scheveningse strand de zee in, een soort volwassenendoop voor ontheemde Christenen zeg maar. Ik heb ook stellig de indruk dat de gemiddelde temperatuur van zwembadbassins in Nederland gráden lager ligt dan die van de Hongaarse. Als die Hongaren daar al überhaupt induiken natuurlijk, want lekker ’weken’ in een 38 gradig geneeskrachtig badje is boven al het andere te prefereren. Daarna nog een warme douche en je hebt je halve liter bier met een vette lángos – Hongaarse pannenkoek – na zoveel lichamelijke arbeid wel verdiend.
Niet zo negatief over Hongaren hè, hoor ik U al klagen. Inderdaad, laten we niet vergeten dat de Hongaarse’ badcultuur’ zich op een hoog niveau bevindt, er zijn schitterende badhuizen met monarchistische en zelfs Turkse inslag. Uniek in Europa en inmiddels een grote toeristentrekker! En die lángos consumeren veel Nederlanders ook met gretigheid al was het alleen maar omdat de lekkernij ’lekker’ goedkoop is.
Zwemdiploma’s prijken ook niet in alle slaapkamertjes van Hongaarse kinderen. Teveel jongeren leren nog steeds niet of slecht zwemmen in het poestaland. Schoolzwemmen in Nederland heeft mij overigens een levenslang trauma opgeleverd. Die pikhaak die de zwemleraar mij op 6 jarige leeftijd steeds in mijn oksel prikte levert nog immer onverklaarbare pijnscheuten in mijn schouderblad op. Ok, ok dit is ’lichtelijk’ overdreven maar het zwemmen werd er bij ons op ongepolijste manier ingeramd. Een flink eind het Balatonmeer inzwemmen is daardoor wel mogelijk en bovendien een groot genoegen. Alhoewel je eerst een kilomter moet ’klunen’ voordat er geen vaste grond meer onder je voeten is. Tot één kilometer uit de Balatonkust is het meer namelijk een ’pierenbadje’. De beloning is dan wel behoorlijk, een zwemmende Hongaar kom je niet – meer – tegen, je bent alleen met het zalige geluid van het water. Duitsers spartelen er gelukkig ook niet, misschien wel een andere zwemmende genieter. Wie kan dat dan wel zijn? Een Hollander natuurlijk!
Wat een geluk, eindelijk kunnen we Hongaarse poltici met Nederlandse vergelijken nu de partij van ’de uil van Minerva’ Thierry Baudet, het Forum voor Democratie de grootste is geworden in de Eerste Kamer. Op het eerste gezicht zijn de overeenkommsten tussen Baudet en Orbán evident. Beide zijn van het type ’haantje de voorste’, zijn Eurosceptisch, willen de deur op slot gooien voor immigranten en zijn slechts ’fan’ van hun eigen partijkartel……..Het verschil is dat Orbán inmiddels een sluwe ervaren vos is in de binnenlandse én buitenlandse politiek waar Baudet nog romantische ideeën koestert over een ’boreaal’ Europa. Bovendien is Orbán in bepaalde mate wel Europsceptisch maar uit de Europese Unie treden – een Huxit – staat niet op zijn verlanglijstje. In het geheel niet zelfs. Tot slot is de Hongaarse premier niet van de grote gevleugelde woorden maar wel van concrete acties. Zoals het realiseren van een sterk midden Europees blok – samen met Tsjechië, Polen en Slowakije – in de Europese Unie, de Visegrádgroep genaamd. Als Thierry politiek langer wil overleven adviseer ik hem nadrukkelijk eens een ’pálinkaatje’ te komen nuttigen met de Hongaarse hopman.
Zijn er ook Theo Hiddema types in Hongarije? In de regel hebben de meeste Hongaarse advocaten niet de gedistingeerdheid van ons aller Theo, maar louche advocaten zijn er te over. Zeg ik daarmee dat Theo Hiddema een louche persoon is? welnee, hoe komt U daar nou toch bij? Dat Theo tuchtrechtelijk berispt is vanwege belediging van een journaliste en vanwege onbehoorlijk declaratiegedrag is nog geen reden om hem als ’louche’ aan te duiden, uiteraard niet…..Hongaarse advocaten plegen in de regel journalisten niet te beledigen, negeren wel! En onbehoorlijk Hongaars declaratiegedrag? Tja, dat fenomeen bestaat wel alleen heeft het een andere benaming……..
Hiddema en Baudet, de ene de jongere, de andere de oudere ’dandy’. Dit dandygedrag komt in Hongarije niet veel voor want aan wie kon je in de donkere communistische tijd – maar ook daarna – nu een voorbeeld nemen? János Kádár? Geen dandy, meer een bullebak. Ferenc Gyurcsány? Meer een clown met een te grote neus. Ferenc Puskás? Nee, dat was een kolonel-voetballer. Viktor Orbán dan? Nee, nee die zeker niet, Viktor is meer het type ’tankcommandant’. Van inmiddels aardig wat tanks overigens……
Being a dandy is a condition rather than a profession. It is a defense against suffering and a celebration of life. (Sebastian Horsley Engels schrijver/kunstenaar 1962-2010)
Terms & Conditions
Subscribe
Report
My comments