Heeft U ook stiekem gekeken naar het Eurovisie songfestival? Ik wel hoor, maar niet stiekem. In 1974 bekeek ik dit inmiddels giga-event – in 2017 trok het liedjescircus meer dan 180 miljoen TV-kijkers – al met veel plezier met als glansrijke winnaar de formatie Abba. Met het nummer ’Waterloo’ begon de wereldwijde zegetocht van Björn, Benny, Agnetha en Frida. Geen guilty pleasure dus mijnheer van Nieuwkerk, gewoon een gezellige avond met als apotheose de puntenverdeling aan de deelnemende landen. Ik schrijf hierbij met nadruk ’landen’ want het songfestival is in de eerste plaats toch een beetje een strijd der naties. Inmiddels komen alle landen uit Europa op deze avond bijeen, zelfs aangevuld met niet-Europese landen als Israël, Marokko en Australië. Alleen Vaticaanstad heeft nog nooit een afvaardiging gestuurd, wellicht heeft dat te maken met de wat minder contemporaine muziekstijl van de Heilige Stoel, wie zal het zeggen.
In ieder geval is het een feest van vrolijke muzikale verbroedering van de deelnemende in meerderheid Europese landen. Volgens mij kunnen de instellingen van de Europese Unie nog veel leren van een dergelijk festival, ik heb Juncker cum suis nog nooit kunnen betrappen op het uitvinden van een evenement waarin de EU-landen enthousiast zouden willen participeren. Juncker houdt zich liever bezig met zijn eigen festivalletjes, bijvoorbeeld het traineren van justitieel onderzoek naar zijn mogelijke rol in een afluisterschandaal waarbij de Luxemburgse veiligheidsdienst betrokken is.
Voor veel mensen is het songfestival tevens een nostalgische belevenis, onwillekeurig gaan bij het bekijken van de liedjes de gedachten terug naar de winnaar van 1975, het Nederlandse Teach-in, naar Corry Brokken – Ok moet je al wat ouder zijn – , naar Mouth and Mcneal, naar Sandra Reemer, naar de Toppers, naar Gerard Joling en en ……..Maar wat te denken van de andere internationale deelnemers, zoals Johnny Logan, France Gall, Toto Cutugno, Dana International, Vicky Leandros, Udo Jürgens en en…….Het ietwat sentimentele ’merci chérie’ van Udo Jürgens – winnaar in 1966 – is wat mij betreft nog steeds ’by far on top’. De kritiek van zogenaamde vaklieden uit de muziekbranche dat het songfestival de ultieme vorm van ’kitsch’ is met middle of the road deuntjes gezongen door valsklinkende C-zangers is ten dele waar, maar dat neemt niet weg dat er grote artiesten uit zijn voortgekomen.
Maar ook als er slechts C-zangers aan het liedjescircus zouden meedoen, de magie van deze entertainmentshow blijft, de formule gaat nog steeds als een speer. In Nederland heeft Paul de Leeuw deze magie het best belichaamd met zijn nummer ’vlieg met me mee naar de regenboog’. Ik wed dat Paul reikhalzend uitkijkt naar elke songfestivalavond, de popcorn ligt bij hem al in de magnetron. Wat elk jaar een verademing is – ook dit jaar weer – is dat de belevenis van de hele avond niet wordt onderbroken door stompzinnige reclame’s over een bank die de wereldwijde opwarming gaat oplossen of een op retour zijnde volkszanger die met en zonder multifocale – inderdaad niet multivocale – bril de hoge tonen niet meer haalt.
Dit jaar hadden we met Waylon – echte naam Willem Bijkerk uit Apeldoorn – kwalitatief een sterke inzending. Onmiskenbaar is hij momenteel één van de beste popzangers van Nederland. In 2014 haalde hij samen met Ilse de Lange met een country-achtig nummer de tweede plaats achter Conchita – met echte baard – Wurst. Het geluk in 2014 voor de Lange en Waylon was dat het nummer ’calm after the storm’ zo’n beetje de enige kalme inzending bleek, deze oase werd door de stemmers bovenmatig gewaardeerd. Zijn ’countryrock’ vertolking van dit jaar was technisch prima, maar voor mij klonk het toch een beetje als een dertien in een dozijn song met nog coverelementen ook.
Hiernaast is countryrock nu niet bepaald een muziekstijl die in pak ’m beet in Italië, Spanje, Duitsland en Rusland hoog op de muziekladder staat. Nee, zei Waylon, ik gok toch zeker op de top 5, hij dacht met zijn begeleidingsband de blits wel te kunnen maken. Die blits was er zeker, maar dan in de vorm van een flits, een bliksemflits wel te verstaan. Die gitaristen/dansers leken op gegeven moment wel geëlektrocuteerd te zijn. Johan – snor – Derksen vond de inzending een topnummer – zwaar overdreven Johan, valt me van je tegen -, ik vond het een potsierlijke vertoning. Uiteraard was Waylon zwaar teleurgesteld met de achttiende plek, de Nederlandse popcultuur die hij vertegenwoordigt had volgens hem meer verdiend. Welke Nederlandse popcultuur? Countryrock? Gert en Hermien misschien of Ria Valk of Maywood?
Verder meldde Waylon dat hij zich blijft beijveren om het niveau van het songfestival naar een hoger niveau te tillen, want ja, het moet toch beter kunnen met winnaars die een kip nadoen en een zingende vrouw met baard. Dit laatste is feitelijk onjuist, want Conchita Wurst is een – uiteraard mannelijke, kan ook niet anders – travestiet die zijn baard niet heeft afgeschoren. Ik vermoed dat Waylon door de hele consternatie rond dit liedjescircus niet meer helemaal compost mentis was, hij debiteerde onwaarheden, leed/lijdt aan zelfoverschatting en raakte zo beledigd dat hij niet meer met journalisten van het AD en de Telegraaf wilde praten. Gewoon weer met beide beentjes op de grond Waylon en als Willem Bijkerk snel een kipcorn scoren bij de plaatselijke patatboer in een buitenwijk van Apeldoorn.
Dan de rest van de inzendingen dit jaar. Zelf vond ik de Italianen de beste, maar met de winnares Netta Barzilai uit Israël kan ik prima leven. Denemarken was erg sterk met een soort ’game of thrones’ nummer, door de ’vakjury’s’ voorbij gelopen, maar de vox populi – en bij uitzondering de Hongaarse vakjury – gaf een totaal ander beeld. Wat me opviel was dat alle vertegenwoordigers van de vakjury’s in het Engels communiceerden, behalve die van Frankrijk en Zwitserland. Van Zwitserland had ik niks anders verwacht – de Zwitserse taal bestaat niet, Zwitserland bestaat niet en er bestaat geen buitenwereld voor ’Zwitsers’ – maar dat Frankrijk met een relatief goed Engels sprekende Macron nog altijd een chauvinistische reflex laat zien……In Frankrijk verandert van alles maar dat chauvinisme is nog altijd tot norm verheven aldaar.
De vier presentatrices waren sympathiek, maar niet altijd even bij de les, de geoefende ’humor’ kwam er niet uit en één hunner had de decibellen van een brulboei, op een eventueel erotisch aspect dienaangaande zal ik maar niet ingaan. Volledig naturel was wel de reactie van de winnares Netta. Deze ’bloedmooie’ dame wist overmand door emotie meteen te melden dat volgend jaar een ieder welkom is in Jeruzalem en dat haar song een overwinning betekent voor ’diversity’. Wat teksten als ’I’m taking my pikachu home, You’re stupid like Your smartphone’ met diversiteit – waarschijnlijk bedoelt ze daarmee seksuele en raciale diversiteit – te maken heeft, het is me een raadsel. In ieder geval was Netta zeer authentiek in het nabootsen van een kip, waarschijnlijk een plofkip. De volgende dag probeerde Israël’s premier Nethanyahu de act te imiteren, dat had niet gehoeven, hij staat al jaren te boek als een rondrennende kip zonder kop.
De winnaar van vorig jaar, Salvador Sobral gaf ook nog even acte de présence. Eerlijk gezegd kan ik zijn liedjes niet uitstaan, ik meende dat zijn enigszins spastische performance te maken had met zijn motoriek, niets is minder waar. Toen de door Sobral uitgenodigde zanger – met net zo’n stem als Sobral die veroorzaakt lijkt te zijn door hardhandig rectaal toucheren – ten tonele verscheen leek Sobral meer op een slangenmens.
’Onze’ Nederlandse commentatoren wil ik nog even in het zonnetje zetten. Cornald Maas verzorgde nog wel enige interessante achtergrondinformatie met zijn zalvende stemmetje, maar de Volendamse volkszanger Jan(tje)Smit – familie van de oud-BZN zanger Jan Keizer, maar dat moet in Volendam toeval zijn – muntte uit in het bezigen van algemeenheden. Met onvervalst Volendams accent, dat dan weer wel. Die Cypriotische dame in haar speelpakje had best een goede stem – ??? – , verder waren opmerkingen als ’goed nummertje’, ’leuke performance’, ’ zit goed in elkaar’, ’fantastisch optreden’ – voor Waylon natuurlijk – niet van de lucht. Waar zijn de goede oude tijden met commentator wijlen Willem van Beusekom gebleven.
Tenslotte de songfestival tune. Deze – van oorsprong prelude – is geschreven door de componist Charpentier en veroorzaakt bij elk begin van het liedjescircus een basale herkenning en geeft tevens een nostalgisch gevoel. Dit jaar hoorden we de tune maximaal 15 seconden waarmee de organisatoren blijk geven van een totale desinteresse voor tradities, precies de basis waar de songfestivalcaroussel op draait.
These are the votes from the Vatican: Jesus Christ Superstar, douze points!!
Terms & Conditions
Subscribe
Report
My comments