IMG 8351 Facetune 15 11 2019 14 20 57

 
My name is András Csengő, born (Utrecht, The Netherlands, February 17, 1963) and raised in the Netherlands with Hungarian roots. My parents fled their homeland in early November 1956, which was being overrun by advancing Soviet tanks. The Hungarian uprising was brutally crushed, and my parents could not return...

Until the late 1990s, I resided in the Netherlands and graduated in business law from the University of Groningen. I gained commercial work experience at various internationally operating companies, including Heineken.

After the turn of the millennium, I lived and worked in Central and Eastern European countries, including Hungary. Currently, I live in the land of my roots with my family. I have been an independent entrepreneur and independent publicist for some time now.

András News Network

You can find multiple columns on this website every week on various topics. I usually comment on current news events in the field of (international) politics, socially relevant occurrences, sports, and more. I enjoy responding to hypocritical statements from politicians and other influencers.

My style is critical/satirical, but I always try to put things into perspective. However, sometimes I am not successful in these efforts……..

 

Rop Zoutberg, ’onze’ man in Macaber Madrid

Rop Zoutberg, ’onze’ man in Macaber Madrid

Ik schrijf niet zo vaak over andere journalisten en meestal ook niet zo heel positief over NOS.nl en het NOS journaal. Maar voilà, twee vliegen in één klap, ik zal toch niet geestelijk in de war zijn geraakt door de Coronacrisis?

Maar ere wie ere toekomt. In de eerste plaats alle eer aan NOS verslaggever Rop Zoutberg die een macaber artikel schreef over de afschuwelijke situatie in Spanje en Madrid in het bijzonder. Vervolgens aan de redactie van NOS.nl die het aandurfde de persoonlijk getinte notities van de verslaggever op de eigen nieuwssite te plaatsen.

Zoutberg verhaalt over een Madrileense schaatsbaan die als noodmortuarium is ingericht – maar inmiddels overvol is – en dat oude mensen in bejaardentehuizen dood van hun bed worden gelicht. De verslaggever overvalt het aloude adagium ’truth is stranger than fiction’ snoeihard. Inderdaad, als je een dergelijk filmscript zou indienen zou tot voor kort elke Hollywoodproducent je uitgelachen hebben.

Zoutberg’s artikel wordt des te beklemmender, omdat hij het van een persoonlijke noot voorziet: hij kan op gegeven moment zijn tranen niet meer bedwingen. Vervolgens stelt hij zichzelf de cruciale vraag of hij nog wel geschikt is om zijn werk naar behoren te verrichten. Gelukkig is zijn antwoord daarop positief, ’Dit virus maakt ons vooral heel menselijk’.

Ik weet niet hoe het U vergaat, maar dit soort mediaberichten maakt mij toch enigszins vrolijk. Waarom? Rop raakt een gevoelige snaar, namelijk die van de menselijkheid die bij velen van ons in deze crisisituatie aan de oppervlakte verschijnt, niet in de laatste plaats bij Rop zelf. Die menselijkheid uit zich in verlenen van zorg, een lieve geste aan een grootmoeder, liedjes – samen – ten gehore gebracht in een ’Skypeomgeving’, vrijwillige inzet bij ter aardebestellingen, het voorbereiden en nemen van allerlei belangrijke – politieke – beslissingen etc etc. Allemaal positieve handelingen/woorden die bewijzen dat de mens tot alles in staat is, namelijk zelfs tot het goede.

De voormalige free-lance fotograaf Zoutberg vertelt beeldend over wat hij om zich heen ziet en maakt dat aan de wereld bekend. Zelfs zegt hij daarover: ’wat we als journalisten gemeen hebben is dat we allemaal driftig om ons heen turen. Om te zien of we de verhalen van deze wereld kunnen vertellen’.

Tuur gestaag verder Rop, hopelijk nog voor heel lang……..

 ‘EEN RAMP VOLTREKT ZICH IN MADRID EN IK STA ER MIDDENIN’

Rop Zoutberg, NOS Nieuws 28 maart NOS.nl

Correspondent Rop Zoutberg vertelt over de coronacrisis in Spanje, waar elke dag honderden mensen aan de gevolgen van het virus overlijden.

De doden gaan in Spanje met honderden. De geregistreerde besmettingen met duizenden. De cijfers waren afgelopen week zo gruwelijk dat je ze niet meer kunt bevatten. Spanje telt vandaag 838 doden, 832 op zaterdag, 769 vrijdag. Het stabiliseert, klinkt het hoopvol.

Maar maandag beginnen de Spanjaarden aan de derde week van hun opsluiting. De regels zijn verscherpt: iedereen die een “niet-essentiële” baan heeft zit nu ook thuis. De regering gaat ook massaal de telefoons van Spanjaarden controleren om een idee te krijgen van hun verplaatsingen tijdens de lockdown. De data worden gevorderd van de telefoonbedrijven.

Zonder al te veel morren slikt het murw geslagen land de nieuwe maatregelen.

Doden

Er overkwam me afgelopen week ook iets wat ik als verslaggever niet eerder meemaakte. De tranen rolden ineens over mijn wangen. Het gebeurde na een radiogesprek in Spraakmakers op NPO Radio 1, waarin het ging over de verpleeghuizen. Nadat er melding was gemaakt van tientallen doden in die ouderencentra greep het leger in. Militairen werden ingezet bij de ontsmetting.

Maar ze vonden ook een aantal inwoners dood in hun bed. Hun familieleden kregen een telefoontje met het verzoek het lichaam op te halen. Daar bleef het drama niet bij, de toestroom bij de begraafplaats van Madrid is zo groot dat die gesloten is. Ook bij de rouwcentra kan er geen kist meer bij. Als noodoplossing is het Palacio de Hielo – een schaatsbaan – opengesteld als mortuarium voor de doodskisten. Ook dat is nu vol.

Ik denk dat geen luisteraar het hoorde, maar toen ik het vertelde, knapte er iets. Ik was even geen spraakmaker. Dit was te surreëel. Dode oude mensen in hun bedden. Geen plaats meer voor de kisten. Een ijsbaan geopend als lijkenhuis. Als iemand dit als filmscript zou indienen, zou het worden afgewezen.

Wat wist Spanje?

Ik blader door foto’s op mijn telefoon en kom bij de dagen voor de lockdown. Op 8 maart was het Internationale Vrouwendag. De lokale autoriteiten aarzelden geen seconde met hun toestemming voor de demonstratie. Het was een mooi feest, honderdduizenden liepen mee door het centrum van Madrid. Vice-premier Carmen Calvo was er, naast Begoña Gomez, de vrouw van premier Sánchez.

Beiden werden besmet met het coronavirus, weten we nu. Wat wist de Spaanse overheid nu wérkelijk op 8 maart? Voortdurend hoorde je dat het wel meeviel, dat het zo’n vaart niet zou lopen. Maar de woorden van Fernando Simón, de baas van het crisiscentrum, waren nog niet uitgesproken of de Spanjaarden zaten in hun confinamiento. De noodtoestand, de afgrendeling.

Ik maak dingen mee die we niet kenden. Hier in Spanje geen toestemming voor een frisse neus. Het grootste park van Madrid, Retiro, is op slot. En het centrale plein Puerta del Sol is een verstild decor van wat ooit een hoofdstad was, de grote jongens van Real Madrid voetballen niet meer. Militairen zetten met roadblocks de straten af en arresteren mensen die zich niet aan de nieuwe orde houden. Iedereen is verdacht, iedereen kan de onzichtbare vijand zijn. De stilte in de hoofdstad is intimiderend.

‘Stay safe’

Akkoord. We zijn eraan gewend als journalisten om heftige verhalen te vertellen. Aardbevingen, terreurdaden, rampen. We staan vooraan. De huizen zijn al ingestort. De bommen zijn al ontploft, de slachtoffers zijn al gevallen. Als geen ander zijn we getraind om te vertellen wat er is gebeurd. Daarna komt de vraag hoe het nu verder moet. Ook daar zijn we op getraind.

Maar dit is anders. Want de ramp voltrekt zich in Madrid en ik sta er middenin. Al die snelle journalisten, al die correspondenten, zijn nu zelf onderdeel van het nieuws. Dit zijn onze standplaatsen en we ontsnappen niet aan de consequenties. Als de camera uitgaat, raast het virus rustig verder. 838 doden op zondag, 832 op zaterdag, 769 op vrijdag.

Mijn chef belt bezorgd op en ik hoor steeds die twee woorden: stay safe. Alleen weet ik niet meer waar het veilig is. Ben ik door mijn tranen nu ongeschikt voor dit beroep? Nee, het is iets anders. Dit virus maakt ons vooral heel menselijk.

Written by : András Csengő

1000 Characters left