Vergeet-me-niet

Vergeet-me-niet

Nu ik de zeventig nader begint de dood steeds meer bij het leven te horen. Ook in Hongarije heb ik al een aantal keer afscheid genomen van de minder fortuinlijken onder ons. Vandaag zelfs van een vrouw, die ik nooit gekend of zelfs maar op één foto gezien heb. Het enige beeld van haar komt door de kleindochter, die ook aanwezig is op het kerkhof en volgens mijn vrouw Zsuzsa, een sterke gelijkenis vertoont met haar te vroeg overleden grootmoeder. De mooie en vrolijkbaldadige trekken naast andere fysieke kenmerken van haar voormalige huisgenote ziet zij in deze jonge vrouw terug.

Na het afscheid stond zij samen met haar nichtjes flink te roken bij de uitgang van de begraafplaats waar zojuist de urn van haar oma ter aarde besteld is. Gestorven aan longkanker. De doodsoorzaak van jong gestorvenen is vaak dezelfde als in Nederland en verslaving blijkt ook hier helaas genetisch.

Het warme klimaat in Hongarije is de reden dat een overledene zomers direct gecremeerd wordt, zonder verder ceremonieel, in één van de weinige centra hiervoor in het land. Ook daar, net zoals later op het kerkhof trouwens, aanschuiven bij lotgenoten. De familie is daar niet bij. De urn, in een prachtig klein kistje, wordt een aantal dagen later wel met een groots afscheid in het familiegraf geplaatst.

De plechtigheid van onze dierbare Annusi was bijzonder sereen en daarom juist ook zo indrukwekkend hoewel ik niets van het Hongaars verstaan heb van de volgens mijn familie erg subtiele grafrede van de vrouwelijke redenaar. Hongaren zijn zo zeer overmand door verdriet dat zij dit aan een professional overlaten. Zij spreekt met een aangename stem filosofisch over leven en dood met sobere verhaallijnen naar de dode van die dag. Zij haalt ook, waar mogelijk, de zwaarte uit het afscheid maar blijft daarbij uiterst serieus. Dit is een dag van verstilling in jezelf.

 Ik weet niet of het door de verborgen vreugde komt om als nabestaande op deze dag niet in het openbaar te hoeven spreken maar de meegebrachte bloemstukken waren indrukwekkend. Dit kleine dorp kwam met zeker zestig grote bloemstukken op een aantal van honderd rouwenden.

Er wordt in en rond de open rouwkapel altijd staande afscheid genomen, iedereen geheel gekleed in het zwart of in combinatie met een mooi gestreken wit overhemd, aandachtig luisterend en zich gewaar van de ernst van de bijeenkomst. Ook opvallend waren de juiste schoenen bij de kleding terwijl daar normaal buiten het kerkhof geen sprake van is.

Kleine kinderen worden uit bescherming meestal thuis gelaten. De jongste die ik zag was net achttien. Andere psychologische opvattingen over jonge kinderen bij begrafenissen hebben in Hongarije nog geen grip gekregen op dit ritueel.

Het is uitstekend toeven daar boven op de grafheuvel van het dorp Bátonyterenye. Het kerkhof weet zich zacht omarmd door een uitloper van het Matra gebergte. Geen enkel graf maakte een verwaarloosde of vergeten indruk op mij. Overal prachtige bloemen naast brandende lantaarntjes. De familiegrafschriften uiterst discreet. De graven nergens modieus.

Annusi is in de zestiger jaren een aantal jaren bij mijn schoonmoeder opgegroeid. Op haar zesde al heeft zij haar moeder verloren en haar pa raakte ernstig aan de drank. Een Hongaarse klassieker. Het grote hart van mijn schoonmoeder, tevens haar aangetrouwde peettante, heeft haar toen gered. Maar na een paar jaar sloeg ook het noodlot in het gezin van mijn schoonmoeder toe. Vier kinderen alleen opvoeden noopte haar om Annusi bij een schoonzus onder te brengen.

Mijn Zsuzsa die toen negen jaar was, herinnert zich dat Annusi een beetje stoute natuur had en haar een keer probeerde over te halen om grindsteentjes in haar onderbroek te gaan dragen. Daarvan werd je gezicht stralend en dat vonden de jongens leuk, zei ze .

Annusi van twaalf had toen al, vanuit overlevingsdrift wellicht, haar trucjes om niet overgeslagen of vergeten te worden.

Geen herinnering voor een grafrede trouwens maar het is het weinige wat ik van horen zeggen over haar weet.

Je  t’aime toi toujours  mon amour mon cherie Zorán “ was de eerste kromme Franse zin die Annusi leerde op school en daarna, zoals alleen jonge meisjes dat kunnen, duizenden keren herhaald gezongen, allemaal voor haar onbereikbare popidool.

Een lied van dezelfde Zorán begeleidde haar nu weer na 55 jaar op weg naar haar graf. De Hongaarse weduwnaar toonde hiermee zijn genereuze karakter.

Onder een prachtige wilg, op uitdrukkelijke wens van haar, ligt het graf vol boeketten met vergeet-mij-nietjes maar ze zal niet geweten hebben dat dit plantengeslacht ook tot de ruwbladigenfamilie behoort.

Ook ik was diep onder de indruk van het in dit land, vanuit westerse ogen gezien, standaard rouwritueel. Het zal mij langer bijblijven dan het groeiend aantal hysterische uitvaarten waar ik bij was op eerdere momenten.

En deze Annusi, nooit gezien of gesproken, zal ik niet meer vergeten en het eeuwig liggen op dit Hongaarse kerkhof, zo schitterend gelegen op de flank van een anonieme heuvel, lijkt mij ook helemaal geen straf.

Wel opvallend dat enkele bezoekers hun heilige koe weinig respectvol tussen de graven geparkeerd hebben.

Als er één uitvinding tot vervroegd sterven geleid heeft is het toch wel die verdomde auto.

Written by : András Csengő

1000 Characters left